Atheneum 2 - Toets H1 China

Toets H1 Globalisering in China
2VWO
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Toets H1 Globalisering in China
2VWO

Slide 1 - Slide

Vraag 1a. Iemand doet twee uitspraken:

I Het reliëf van China lijkt op een trap met drie treden aflopend van hoog in het oosten naar laag in het westen.
II De berggebieden en woestijngebieden in China zijn dunbevolkt.

A
I en II zijn beide goed
B
I en II zijn beide fout.
C
I is goed en II is fout.
D
I is fout en II is goed.

Slide 2 - Quiz

Vraag 1b. Waarom is de bevolking ongelijk verspreid over China? Noem 2 natuurlijke factoren

Slide 3 - Open question

2a. Geef een definitie van het begrip levensverwachting.

Slide 4 - Open question

2b. Beschrijf hoe de levensverwachting van invloed kan zijn op de vergrijzing.

Slide 5 - Open question

2c. Bekijk de figuur hiernaast. De staaf van de leeftijdsgroep 45-49 jaar is het grootst/langst. De staaf van de leeftijdsgroep van 40-45 jaar is
ineens een stuk kleiner. Wat heeft dit te maken met de
bevolkingspolitiek in China? Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Open question

2d. Welke vorm heeft het bevolkingsdiagram in China?

Slide 7 - Open question

2e. 'De bevolking van China vergrijst. Vergrijzing betekent dat er meer 65-plussers zijn in verhouding met mensen die jonger zijn.'

Geef twee oorzaken voor de vergrijzing in China.

Slide 8 - Open question

3a. Bekijk de kaart. Welke titel hoort bij deze kaart?
A
De jaarlijkse neerslag in China: hoe donkerder de kleur, hoe meer neerslag er valt.
B
Het reliëf in China: hoe donkerder de kleur, hoe meer reliëf er is.
C
De bevolkingsdichtheid in China: hoe donkerder de kleur, hoe hoger de bevolkingsdichtheid.

Slide 9 - Quiz

3b. Leg aan de hand van de kaart uit waarom de
volgende uitspraak wel of niet goed is.
'De jaarlijkse neerslag in China: hoe donkerder de
kleur, hoe meer neerslag er valt.'

Slide 10 - Open question

3c. Leg aan de hand van de kaart uit waarom de
volgende uitspraak wel of niet goed is.
'Het reliëf in China: hoe donkerder de kleur,
hoe meer reliëf er is.'

Slide 11 - Open question

3d. Leg aan de hand van de kaart uit waarom de
volgende uitspraak wel of niet goed is.
'De bevolkingsdichtheid in China: hoe donkerder
de kleur, hoe hoger de bevolkingsdichtheid.'

Slide 12 - Open question

4. Sleep de begrippen naar de goede kolom.
China tot 1980
China nu
Communistische partij
afzet binnenlandse markt
Hightechindustrie
Lagelonenland
Assemblage
Export
Open deur politiek
Semi-periferie
Sociale ongelijkheid
Veel armoede

Slide 13 - Drag question

5. Bekijk de figuur. Welk gevolg van globalisering is
hier zichtbaar? Noem het begrip en leg uit waarom
dit te maken heeft met globalisering.

Slide 14 - Open question

6a. Bekijk de figuur. Het waterverbruik in procenten van de totale
hoeveelheid oppervlakte water is zowel in het zuidoosten als in het zuidwesten laag: minder dan 10.
Leg voor het zuidwesten uit dat dit onder andere te maken heeft
met een demografisch kenmerk.

Slide 15 - Open question

6b. Welke oplossing is er voor het watertekort in het noorden van China?

Slide 16 - Open question

6c. Wat heeft welvaartsgroei met de watertekorten in China te maken?

Slide 17 - Open question

7a. 'Shenzhen is een voorbeeld van een 'speciale economische zone'.'
a. Leg uit wat een speciale economische zone is.
b. Was het instellen van speciale economische zones in China een succes? Licht je antwoord toe.

Slide 18 - Open question

7b. Bedenk een gevolg van het instellen van speciale economische zones in China voor de bevolking.

Slide 19 - Open question

7c. Leg uit wat de volgende woorden met elkaar te maken hebben.
speciale economische zone – Shenzhen – megastad

Slide 20 - Open question

8a. Neem de letters a t/m d over en noteer het juiste woord/begrip bij de omschrijvingen.

a Voormalige dorpen die zijn ingesloten door stedelijke bebouwing.
b Reden om te verhuizen uit een gebied.
c Migranten in China die ergens anders wonen dan waar ze staan ingeschreven.
d Het percentage stedelingen in een land.

Slide 21 - Open question

8b. Mechanisatie.
a. Wat is mechanisatie?
b. Noteer een positief gevolg van mechanisatie.
c. Noteer een negatief gevolg van mechanisatie voor de mensen op het platteland in China.

Slide 22 - Open question

9. Zet de nummers 1 tot en met 3 onder elkaar op je blad en beantwoord de volgende vragen.
Wat zegt deze grafiek over:
1 de urbanisatiegraad in China?
2 het urbanisatietempo in China?
3 het ontwikkelingspeil van China?

Slide 23 - Open question

10a. Neem a t/m c over en beantwoord de vragen
a Waarom investeert China veel in de infrastructuur in Afrika? Noem twee `
redenen.
b Noem een voordeel voor de landen waarin China investeert.
c Noem een nadeel voor de landen waarin China investeert.

Slide 24 - Open question

10b. Geef vanuit de fysische dimensie een nadeel van de nieuwe zijderoute over land ten opzichte van het transport over zee.

Slide 25 - Open question

10c. Geef vanuit de politieke dimensie een nadeel van de nieuwe zijderoute over land ten opzichte van het transport over zee.

Slide 26 - Open question