8.3 Eenheden van tijd

Binnen is beginnen!
  • Leerboek
  • Schrift (A4)
  • Ipad op de hoek van je tafel
  • Pen, potlood, gum
  • Geodriehoek
  • Rekenmachine
Jas en telefoon in de kluis.
timer
1:30
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Binnen is beginnen!
  • Leerboek
  • Schrift (A4)
  • Ipad op de hoek van je tafel
  • Pen, potlood, gum
  • Geodriehoek
  • Rekenmachine
Jas en telefoon in de kluis.
timer
1:30

Slide 1 - Slide


H8 Getallen
3T Wiskunde

Slide 2 - Slide

Deze periode 
H8 Getallen
PO statistiek

Afsluiting
Donderdag 6 juni - Toets H8 (2x)
PO statistiek (10% PTA + 2x)

Slide 3 - Slide

Je leert 
...rekenen met tijdseenheden. 

Aan het einde van de les kun je eenheden van tijd
 in elkaar omzetten. 

Bijvoorbeeld 3,4 uur aangeven in uren en minuten. 

Slide 4 - Slide

In 4 minuten zitten 240...
A
uren
B
seconden
C
dagen
D
minuten

Slide 5 - Quiz

In 5 uur zitten 300...
A
seconden
B
uren
C
minuten
D
dagen

Slide 6 - Quiz

In 7 weken zitten 49...
A
uren
B
maanden
C
weken
D
dagen

Slide 7 - Quiz

Eenheden van tijd
1 millenium = 1000 jaar                1 kwartaal = 13 weken
1 eeuw = 100 jaar                             1 week = 7 dagen
1 jaar = 4 kwartalen                        1 dag = 24 uur
1 jaar = 12 manden                          1 uur = 60 minuten
1 jaar = 52 weken                             1 minuut = 60 seconden
1 jaar = 365 dagen

Slide 8 - Slide

Rekenen met tijd
1 dag heeft 24 uur
3,5 dagen = 3 dagen + 0,5 dagen
0,5 dagen = 0,5 x 24 = 12 uur

Dus 3,5 dagen = 3 dagen en 12 uur

Slide 9 - Slide

Rekenen met tijd
1 uur heeft 60 minuten:
3,4 uur = 3 uur + 0,4 uur
0,4 uur = 0,4 x 60 = 24 minuten

Dus 3,4 uur = 3 uur en 24 minuten

Slide 10 - Slide

2,2 dagen = 2 dagen en ... uur en.....minuten

Slide 11 - Open question

4,8 uur = 4 uur en ... minuten

Slide 12 - Open question

.

           Extra uitleg
           Testopgave 
           §8.4 43, 44, 45, 48, 50
      Getal & Ruimte, blz. 126
      10 min
      Nakijken
      Di 27 mei 2024: af! 


      
             Lees de vraag nog een keer.    

             Lees de bijbehorende theorie.
          
              Sla de vraag even over





Boekmodus
Heb je vragen?
1
timer
10:00
In stilte
/
2
3

Slide 13 - Slide

.

           Extra uitleg
           Testopgave 
           §8.4 43, 44, 45, 48, 50
      Getal & Ruimte, blz. 126
      10 min
      Nakijken
      Di 27 mei 2024: af!


      
             Lees de vraag nog een keer.    

             Lees de bijbehorende theorie.
          
              Sla de vraag even over





Buurmanmodus
Heb je vragen?
1
timer
10:00
2
3
Fluisteren

Slide 14 - Slide

.

           Extra uitleg
           Testopgave 
           §8.4 43, 44, 45, 48, 50
      Getal & Ruimte, blz. 126
      10 min
      Nakijken
      Di 27 mei 2024: af!


      
             Lees de vraag nog een keer.    

             Lees de bijbehorende theorie.
          
              Sla de vraag even over





Baasmodus
Heb je vragen?
1
timer
10:00
In stilte
/
2
3

Slide 15 - Slide

Toepassing
Bente loopt 10 kilometer in 52 minuten. 
Hoeveel minuten en hoeveel seconden doet Bente over 1 kilometer? 

Slide 16 - Slide

Toepassing
Bente loopt 10 kilometer in 52 minuten.
Hoeveel minuten en hoeveel seconden doet Bente over 1 kilometer? 
Over 1 km doet Bente 52 : 10 = 5,2 minuten
5,2 minuten = 5 minuten + 0,2 minuten
0,2 minuten = 0,2 x 60 = 12 seconden 
Bente doet 5 minuten en 12 seconden over 1 km. 

Slide 17 - Slide

Janneke gaat op de fiets naar haar vriendin. Ze heeft om 10.15 uur met haar afgesproken. Ze fietst 12 km. Ze vertrekt om 9.33 uur. Janneke fietst gemiddeld 16 km/uur. Is Janneke op tijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Uitwerking
Janneke doet 12 : 16 = 0,75 uur over de fietstocht
0,75 uur = 0,75 x 60 = 45 minuten
9.33 + 45 minuten = 10.18 uur
Janneke is niet optijd bij haar vriendin 

Slide 19 - Slide

Omrekenen van m/s naar km/uur
  • Van meters naar kilometers= delen door.............
  • Van seconden naar uur is ...........x............=...............seconden
...........................sec:.......................=.............

  • Dus van m/sec naar km/uur= x 3,6
  • van km/uur naar m/sec= : 3,6

Slide 20 - Slide

Wat verwacht ik van jullie?
1. Respect: Luister naar elkaar en naar de docent

2. Verantwoordelijkheid: Spullen/HW op orde

3. Focus: iPad na LessonUp in de tas

Slide 21 - Slide

Praktische info 3T

Getal & Ruimte
Google classroom: tbkpkrh
LessonUp: mowxw


Slide 22 - Slide