Les 1.6 Grammatica

Nederlands

Klas 1 KGT - 1.6 Grammatica
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands

Klas 1 KGT - 1.6 Grammatica

Slide 1 - Slide

Vandaag in deze les:
Stillezen
Lesafspraken
Terugblik
Lesdoel
Huiswerk nabespreken
Instructie
Aan de slag

Slide 2 - Slide

Stillezen
Pak je leesboek, stripboek, etc.
Geen leesvoer, dan is het helaas een aantekening.
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Lesafspraken:
  • Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
  • Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
  • Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
  • Bij samenwerken werk je zachtjes
  • Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
  • Tassen op de grond, jassen in kluisje
  • Geen eten/drinken/kauwgom

Slide 4 - Slide

Terugblik:
  • Fictie: Kussen en Krullen
  • Kenmerken van een gedicht.
  • Grammatica: zinsontleding + woordsoortbenoeming
  • Werken op de laptop.

Slide 5 - Slide

Lesdoel Grammatica
Aan het einde van deze paragraaf
  • kun je uitleggen wat een werkwoord is.
  • kun je alle werkwoorden vinden in een zin.
  • kun je goede zinnen schrijven waarin je de werkwoorden op de goed manier gebruikt.

Slide 6 - Slide

Huiswerk nakijken
Het huiswerk is online gemaakt. 
Bij wie is dit nog niet gelukt en wat is daarvan de reden?
We kijken de opdrachten online na.

Slide 7 - Slide

Instructie Grammatica
1.5 Werkwoorden
  • zijn doe-woorden. Ze geven aan wat er gebeurt/wordt gedaan in een zin.
  • Samen maken we opdracht 18 in het schrift.
  • Je krijgt een kaartje en een opdracht.

Slide 8 - Slide

Instructie Grammatica
  • Je krijgt een kaartje en hier schrijf je zes woorden op. Drie werkwoorden en drie andere woorden. Schrijf ze door elkaar.
  • Je zoekt een klasgenootje en bekijkt elkaars kaartje. Welke ww heeft je klasgenoot opgeschreven?
  • Gecontroleerd? Zoek een andere klasgenoot en herhaal de opdracht.

Slide 9 - Slide

Aan de slag
Opdracht 20 (25) in je schrift.
Schrijf de ww onder elkaar in je schrift. 
Opdracht 21 (25) in je schrift. Schrijf alle vormen van werkwoorden die je kunt vinden op in je schrift. Met minimaal 5 gevonden werkwoorden maak je een zin.

Deze opdrachten zijn het huiswerk voor de volgende les.

Slide 10 - Slide

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 11 - Slide