H21.3 specifieke afweer en antistoffen 2024

21.3 specifieke afweer
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

21.3 specifieke afweer

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Specifieke afweer=adaptief
  • Verzorgd door T-lymfocyten en B-lymfocyten in bloed,
      weefselvloeistof en lymfe
  • Gericht tegen bepaalde ziekteverwekkers
  • Heeft geheugen (de basis van vaccinatie)
  • Humoraal en cellulair

Slide 3 - Slide

Humorale afweer: B-lymfocyten
  • Rijpen in Beenmerg
  • Maken antistoffen 
  • Ontwikkelen zich tot plasmacellen door activatie m.b.v. T-
     helpercellen


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Cellulaire afweer: T-lymfocyten
  • Rijpen in de Thymus (zwezerik)
  • Zorgen voor cellulaire afweer
  • T-helpercellen
  • Cytotoxische T cellen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

Slide 9 - Slide

Specifieke/Verworven afweer


Stamcellen uit rode beenmerg ontwikkelen in beenmerg --> B-lymfocyt

Stamcellen uit rode beenmerg naar thymus --> T-lymfocyt



macrofaag of dendritische cel
plasmacellen
humorale 
afweer
cellulaire afweer

Slide 10 - Slide

BINAS 84L1
MHC1=
alle cellen met kern
MHC2=
alleen op witte bloedcellen te vinden: B-cellen, dendritische cellen en macrofagen
APC

Slide 11 - Slide

Het belang van MHC-1 bij kanker 
  • MHC-1 maakt lichaamscellen "transparant" in een "etalage"
  • T-cellen "zien" op die manier geïnfecteerde cellen

  • Een kankercel kan MHC-1 productie stoppen waardoor een kankercel onzichtbaar wordt voor de T-cellen. Een NK-cel doodt lichaamscellen zonder MHC-1. Die cellen hebben blijkbaar iets te verbergen dus worden ze vernietigd
  • Waarom is er dan toch kanker? 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Lymfeknopen, zoals keel- en neusamandelen en milt.

                     Beenmerg

B-lymfocyten       T-lymfocyten

lymfeknopen         thymus

                                  lymfeknopen

Slide 15 - Slide

Rol van de thymus

De thymus ofwel zwezerik is een orgaan dat actief is tot in de puberteit. In de thymus wordt bepaald welke T-lymfocyten mogen blijven bestaan en welke niet.
De lymfocyten die lichaamseigen cellen aanvallen, worden gedood.
De cellen die dat niet doen, blijven leven.
Na de puberteit ontstaan normaal gesproken geen afwijkende lymfocyten meer. Het arsenaal aan verschillende lymfocyten is dan compleet.
Thymus bepaalt ook of een onrijpe voorloper T-cel een Th-cel (CD4) wordt of een Tc-cel (CD8)
EXTRA info voor de liefhebbers! .ie ook video op volgende dia vanaf 7.30min over de thymus als "murder university")

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Aan welk type MHC-receptor bindt een T-helper-cel
A
Zowel klasse I als klasse II
B
Klasse II
C
Klasse I

Slide 18 - Quiz

In het menselijke lichaam worden door cellen van het afweersysteem immunoglobulinen (= antistoffen) gemaakt.
Waar in het lichaam bevinden zich de minst gespecialiseerde cellen waaruit immunoglobuline-producerende
cellen zich ontwikkelen?
A
in het beenmerg
B
in het bloed
C
in de lymfeknopen
D
in de thymus

Slide 19 - Quiz

B-cellen differentiëren tot plasmacellen. Deze maken antistoffen (eiwitten). Welke organellen moeten in grote aantallen aanwezig zijn in de plasmacellen?

Slide 20 - Open question

Antistoffen/Immunoglobulinen
Omdat er verschillende antigenen zijn, zijn er ook verschillende antistoffen ofwel immunoglobulinen (Ig’s) nodig. Dit is mogelijk doordat immunoglobulinen een plaats op hun molecuul bezitten waarvan de bouw kan variëren. De plaats waar de verschillen optreden, heet de variabele regio. Er zijn negen verschillende typen Ig’s:
  • 4 van het type IgG
  • 2 van het type IgA
  • IgM
  • IgE
  • IgD

Elk type bestaat uit meerdere varianten met een eigen antigeenherkenning.
De verschillende immunoglobulinen werken zelfstandig of samen bij het onschadelijk maken van antigenen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Binas 84K

Er zijn verschillende typen antistoffen. Over welke antistoffen gaat deze niet complete zin? "Ig... is betrokken bij allergische reacties"
A
IgG
B
IgM
C
IgE
D
IgA

Slide 23 - Quiz

Binas 84K

Er zijn verschillende typen antistoffen. Over welke antistoffen gaat deze zin? "Dit type antistof kan door de placenta heen."
A
IgG
B
IgM
C
IgE
D
IgA

Slide 24 - Quiz

Binas 84L2

Bij de specifieke afweer spelen zowel humorale als cellulaire immuniteit een grote rol. Bij welke vormen van immuniteit horen de onderstaande cellen en cel-onderdelen? Antigeen-antistofcomplex, plasmacellen en immunoglobulinen
A
humoraal
B
cellulair
C
beide

Slide 25 - Quiz

De activering van de specifieke afweer verloopt in verschillende stappen. In welke volgorde vinden de stappen plaats?
1) Th-cel deelt tot kloon Th-cellen
2) Er ontstaan cytokinen
3) CTL's en B-lymfo's worden actief
4) Th-cel bindt aan antigeen van ziekteverwekker
5) APC neemt antigenen van ziekteverwekker mee naar lympfeknoop
A
54231
B
54213
C
54123
D
54312

Slide 26 - Quiz

Witte bloedcellen kun je op verschillende plekken in het lichaam aantreffen. Waar kun je actieve B-lymfocyten aantreffen bij volwassenen?
A
alleen in beenmerg
B
alleen in lymfeknopen
C
in beide

Slide 27 - Quiz

Bij de specifieke afweer reageren lymfocyten specifiek tegen het antigeen van één bepaalde ziekteverwekker. Hoe ontstaan er zoveel lymfocyten met dezelfde antigeenreceptor?
A
cytokinen activeren de juiste receptoren
B
door klonering van de juiste T-cellen
C
De Th-cellen plaatsen de juiste stoffen op de T-cellen

Slide 28 - Quiz

Huiswerk
Lezen 21.3 
maken 21.3: 1 tm 11

Slide 29 - Slide