H4.4 formule met haakjes deel 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Deze les gaan we

- 15 minuten stillezen 

- voorkennis activeren

- instructie Haakjes wegwerken

- 20 minuten stil werken.

- Check! Heb je het doel behaald?

stillezen 

Je pakt je leesboek en gaat stillezen.

Na 15 minuten pak je je boeken 

en je laptop

In de formule 5p+ 50 = K
is 50 het hellingsgetal

1. Waar
2. Niet waar

In de formule 10t + 50 = K
50 het startgetal

1. waar
2. niet waar

In de formule
5B + 25 = W
is 5 het...

1. startgetal
2. priemgetal
3. hellingsgetal
4. heuvelgetal

In de formule
12P + 100 = B
is 100 het..

1. hellingsgetal
2. begingetal
3. startgetal
4. nulgetal

De formule
5a - 3 = b
kan je ook schrijven als

1. b - 3 = 5a
2. -3 -5a = b
3. b = -3 + 5a
4. b = 3 + 5a

a. K= 5w + 20 b. K= 30 + 4w
De somformule van formule a. en b. is
K= 50 + 9w

1. Niet waar
2. Waar

De somformule van deze formules is..
b = 12t + 50
30 + 8t = b

1. 42t + 50 = b
2. b = 20t + 20
3. b = 20t + 80
4. b = 80t + 20

Doel van de les

Aan het eind van de les kan je een pijlenketting omzetten in een formule met haakjes 

g + 5 x 4 = a

Als ik g= 7 invul. Wat voor antwoord krijg ik dan?

g   + 5        x 4       a

---->      ---->    

Als ik g= 7 invul. Wat voor antwoord krijg ik dan?

7 + 5 x 4 = a

g   + 5        x 4       a

---->      ---->    

Als ik g= 7 invul. Wat voor antwoord krijg ik dan?

7 + 5 x 4 = a

a = 27

Ik ga nu haakjes gebruiken:

(g + 5) x 4 = a

g   + 5        x 4       a

---->      ---->    

Als ik g= 7 invul. Wat voor antwoord krijg ik dan?

7 + 5 x 4 = a

a = 27

Ik ga nu haakjes gebruiken:

(g + 5) x 4 = a

(7 + 5) x 4 = a

g   + 5        x 4       a

---->      ---->    

Als ik g= 7 invul. Wat voor antwoord krijg ik dan?

7 + 5 x 4 = a

a = 27

Ik ga nu haakjes gebruiken:

(g + 5) x 4 = a

(7 + 5) x 4 = a

a = 48

Formule maken bij pijlenketting

Aan de slag 

- Je werkt 20 minuten rustig aan je werk. 

           Doel: aan het eind van de les kan je een 

                       pijlenketting omzetten in een formule met haakjes.

- Je maakt tot en met opdracht 23.

- Je werkt netjes: - Schrijf op welke som je maakt

                                     - Schrijf de berekening erbij

                                     - Kijk je werk na en verbeter je fouten.

- Ben je klaar, ga je het digitale lesmateriaal maken op je laptop

Zet de cijfers in de juiste volgorde van bewerken (uitrekenen)?
1. optellen/ aftrekken
2. delen/ vermenigvuldigen
3. haakjes
4. wortel/ machten