leren: hoe zeg je dat je graag iets doet, iets leuk vindt + hoe zeg je dat je iets niet graag doet, iets niet leuk vindt (dit staat in lesson-up 8 + 9)
leren: woorden per thema: school (stencils in mapje dat je gekregen hebt)
oefenen: praten over jezelf (naam, woonplaats, leeftijd, geboortedatum, nationaliteit, hoe lang je hier woont, broers en/of zussen, wat je graag doet, wat je niet graag doet)