- ken je de briefconventies die horen bij het schrijven van een zakelijke brief;
- weet je welke signaalwoorden je in een zakelijke brief gebruikt;
- weet je wat congruentie is.
Open je boek op bladzijde 124
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Aan het eind van deze week:
- ken je de briefconventies die horen bij het schrijven van een zakelijke brief;
- weet je welke signaalwoorden je in een zakelijke brief gebruikt;
- weet je wat congruentie is.
Open je boek op bladzijde 124
Slide 1 - Slide
Lezen
Slide 2 - Slide
De meerderheid van de studenten (heeft) _______ de opdracht al ingeleverd.
A
heeft
B
hebben
Slide 3 - Quiz
Het aantal kinderen in de klas (is) _______ toegenomen dit jaar.
A
is
B
zijn
Slide 4 - Quiz
Veel van de deelnemers (hebben) _______ hun resultaten verbeterd.
A
hebben
B
heeft
Slide 5 - Quiz
De helft van de boeken (is) _______ al uitgeleend.
A
zijn
B
is
Slide 6 - Quiz
Dit soort fouten (komt) _______ vaak voor in dit type onderzoek.
A
komt
B
komen
Slide 7 - Quiz
"De media (rapporteren) _______ dagelijks over de gebeurtenissen in de wereld."
A
rapporteren
B
rapporteert
Slide 8 - Quiz
"De kinderen (spelen) _______ in de tuin."
A
spelen
B
speelt
Slide 9 - Quiz
De band (speelt) _______ vanavond in een uitverkochte zaal.
A
spelen
B
speelt
Slide 10 - Quiz
Het aantal fouten (verschilt) _______ per persoon.
A
verschillen
B
verschilt
Slide 11 - Quiz
Een van deze kleuren (moeten) _______ het worden.
A
moet
B
moeten
Slide 12 - Quiz
Boekverslag
Deze week is het eerste stuk van je boekverslag (2) af. Dat betekent dat we hier in de les mee aan de slag gaan. Vandaag heb je 10 minuten de tijd om hier mee bezig te gaan. Ik loop rond en kan je helpen.
Ben je hier al klaar mee? Dan mag je verder lezen in je boek en/of verder werken aan de verslag!
Vandaag gaan we er 10 minuten mee bezig en daarna elkaars stukken nakijken.
Slide 13 - Slide
Boekverslag
Op het voorblad van je boekverslag vermeld je: - de titel van het boek, de auteur, je eigen naam, je klas, boekverslag 1, 2 of 3
Je kunt zorgen dat de voorkant van je werkstuk er leuker uitziet door er bijvoorbeeld een illustratie uit het boek of een tekening die goed bij het boek past bij te plakken.
De inhoud Het eerste gedeelte bestaat uit een stukje over de auteur. Informatie hierover kun je van internet halen. Er kan een foto van de auteur bijgevoegd worden en eventueel enkele titels van andere boeken die deze auteur geschreven heeft. Dit gedeelte mag niet meer zijn dan een halve pagina.
Slide 14 - Slide
Leren
Toets
Slide 15 - Slide
Weet je nu:
- Wat een zakelijke brief is?
- Wat briefconventies zijn?
- Hoe je verwijswoorden op de juiste manier gebruikt?
- Waar je signaalwoorden in je zakelijke brief zet?