1.2 Plantenrijk

1.2 Plantenrijk
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

1.2 Plantenrijk

Slide 1 - Slide

organen van een plant
  • Wortel
  • Stengel
  • Bladeren
  • Bloem

Cellen met dezelfde vorm en taak vormen een weefsel

Slide 2 - Slide

Uitvergroting van een blad met weefsel
1 + 4 . waslaag. met opperhuid 
2. pallisadeparenchym
3. sponsparenchym

Uitvergroting van 1 cel: volgende dia


Slide 3 - Slide

Onderdelen van de plantencel

  • Celwand. Stevige laag. Bestaat uit cellulose.
  • Celmembraan. dun vlies binnen de celwand. Reguleert welke stoffen in en uit de cel gaan.
  • Cytoplasma. Stroperige vloeistof. Celkern, vacuole en bladgroenkorrels liggen hier in.
  • Celkern. Bevat het DNA van de plant. Reguleert de cel
  • Bladgroenkorrel. Plaats voor fotosynthese
  • Vacuole. Blaasje in het midden van de cel, zorgt voor stevigheid

Slide 4 - Slide

Rechtop staan
Kruidachtige planten blijven rechtop door water in de vacuole van de cellen.

Houtachtige planten blijven rechtop door dikke celwanden van houtstof.

Bomen en struiken zijn houtachtig. Bloemetjes zijn kruidachtig.

Slide 5 - Slide

Houtvaten
Celwanden tussen houtcellen verdwijnen en er ontstaan buisjes.

Tranporteren water met opgeloste mineralen vanuit de grond.

Slide 6 - Slide

Kleinste en grootste plant
De kleinste plant is boomalg, een ééncellige plant
De grootste boom is een Sequoia, deze kan 80 meter hoog worden ( +/- 8 huizen op elkaar)

Slide 7 - Slide

Welke organen heeft een plant?
A
wortels, vaten, stengel, bladeren
B
wortels,stengel, bladeren,bloemen
C
wortels,stengel,bloemen
D
wortels,bladgroenkorrels,bloemen

Slide 8 - Quiz

In welk organen van de plant vindt transport plaats?
A
In de celmembraan, bloemen en stengels.
B
In de vacuole, bladeren en in het cytoplasma.
C
In alle organen.
D
In de bladeren, celwand en de wortels.

Slide 9 - Quiz

de plantencel is stevig door
A
de celmembraan
B
de celwand
C
de vacuole
D
de celwand en vacuole

Slide 10 - Quiz

Waarvoor gebruikt de plant cellulose?
A
vacuole
B
bladgroenkorrel
C
celkern
D
celwand

Slide 11 - Quiz

Hebben plantaardige cellen cytoplasma?

A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in...
A
de bladgroenkorrels
B
cytoplasma
C
celkern
D
celmembraan

Slide 13 - Quiz

Hoe heet deel 4?
A
celmembraan
B
vacuole
C
celwand
D
cytoplasma

Slide 14 - Quiz


Hoe heet nr 3?

A
cytoplasma
B
grote vacuole
C
bladgroenkorrel
D
celkern

Slide 15 - Quiz

Een struik is een houtachtige/kruidachtige plant.
A
Houtachtige
B
Kruidachtige

Slide 16 - Quiz

Hoe komen houtachtige stengels een hun stevigheid?
En kruidachtige stengels?
A
Houtachtige en kruidachtige stengels krijgen door water hun stevigheid
B
Houtachtige stengels krijgen door hout hun stevigheid, kruidachtige stengels door kruiden.
C
Houtachtige en kruidachtige stengels krijgen door hout hun stevigheid.
D
Houtachtige stengels krijgen door hout hun stevigheid, kruidachtige stengels door water.

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je planten die stevig blijven door water?
A
Houtachtige planten
B
Kruidachtige planten

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Fotosynthese
Groene delen van een plant
BLADGROENKORRELS!

Slide 21 - Slide

Fotosynthese
Fotosynthese vindt plaats:
* In planten
* In de bladgroenkorrel
* In de groene delen van de plant
* Als er licht is

Water + Koolstofdioxide + Zonlicht --> Zuurstof + Glucose

Slide 22 - Slide

Fotosynthese
Er ontstaat bij fotosynthese:
* glucose (= druivensuiker)
* zuurstof



Water + Koolstofdioxide + Zonlicht --> Zuurstof + Glucose

Slide 23 - Slide

Fotosynthese
Nodig voor fotosynthese:
* Koolstofdioxide
* water
* Licht


Water + Koolstofdioxide + Zonlicht --> Zuurstof + Glucose

Slide 24 - Slide

Fotosynthese

Slide 25 - Slide

Fotosynthese

Slide 26 - Slide

Fotosynthese

Slide 27 - Slide

Bladeren
huidmondjes voor fotosynthese

Slide 28 - Slide

Huidmondjes
Open -> Koolstofdioxide opnemen, zuurstof afgeven
Dicht -> geen fotosynthese

Slide 29 - Slide

0

Slide 30 - Video

CO2 is koolstofdioxide
Koolstofdioxide wordt gebruikt bij de fotosynthese.
2
C6H12O6 is glucose
Glucose ontstaat bij de fotosynthese.
5
O2 is zuurstof.
Zuurstof ontstaat bij de fotosynthse.
6
H2O is water.
Water wordt gebruikt bij de fotosynthese.
1
Alleen onder invloed van zonlicht vindt er fotosynthese plaats.
4
Fotosynthese vindt alleen plaats in de bladgroenkorrels van een plant.
3
Klik de nummers aan voor extra informatie

Slide 31 - Slide

0

Slide 32 - Video

0

Slide 33 - Video

0

Slide 34 - Video

0

Slide 35 - Video

Glucose (C6H12O6)
Omgezet in:
Vetten
Eiwitten
Zetmeel

Slide 36 - Slide

Wat is de functie van de Bladgroenkorrels?
A
Bevat DNA
B
Geeft stevigheid
C
Regelt welke stoffen in en uit de cel gaan
D
Hier vind fotosynthese plaats

Slide 37 - Quiz

Wat is de functie van huidmondjes?
A
Water opnemen
B
Koolstofdioxide afgeven
C
Koolstofdioxide opnemen
D
Water afgeven

Slide 38 - Quiz

Schrijf de fottosynthese op

Slide 39 - Open question

Waar vind fotosynthese plaats?

Slide 40 - Open question

Glucose kan worden omgezet in....

Slide 41 - Open question

Wat is de functie van de celwand?
A
Bevat DNA
B
Geeft stevigheid
C
Regelt welke stoffen in en uit de cel gaan
D
Hier vind fotosynthese plaats

Slide 42 - Quiz

Wat is de functie van de Celmembraam?
A
Bevat DNA
B
Geeft stevigheid
C
Regelt welke stoffen in en uit de cel gaan
D
Hier vind fotosynthese plaats

Slide 43 - Quiz

Wat is de functie van de Celkern?
A
Bevat DNA
B
Geeft stevigheid
C
Regelt welke stoffen in en uit de cel gaan
D
Hier vind fotosynthese plaats

Slide 44 - Quiz