Herhalen H3 organen en cellen

Waar gaat hoofdstuk 3 over?

1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Waar gaat hoofdstuk 3 over?

Slide 1 - Slide

Een organisme bestaat uit cellen, orgaanstelsels, organen en weefsels. Zet deze in de juiste volgorde van groot naar klein.
Grootst
Kleinst
Cellen
Orgaanstelsels
Organen
Weefsels

Slide 2 - Drag question

Welk van de volgende termen hoort niet direct bij microscopie?
A
Preparaat
B
Statief
C
Oculair
D
Loep

Slide 3 - Quiz

Bij een microscoop kijk je door het...
A
objectief
B
tubus
C
diafragma
D
oculair

Slide 4 - Quiz

Als je een microscoop wil tillen, waar pak je de microscoop?
A
Bij de tubus
B
Bij het statief
C
Bij de tafel
D
Bij de revolver

Slide 5 - Quiz

Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x

Slide 6 - Quiz

Objectief
Oculair
Diafragma
Sleep de uitleg achter het juiste onderdeel
Een van de onderste lenzen aan een microscoop
Bovenste lens op een microscoop
Hiermee regel je de hoeveelheid licht door de tafel

Slide 7 - Drag question

Voordat je met de microscoop gaat werken, controleer je altijd eerst de beginstand. Wat is de beginstand van de microscoop?
A
De kleinste vergroting voor en de tafel helemaal naar beneden.
B
De kleinste vergroting voor en de tafel helemaal naar boven.
C
De grootste vergroting voor en de tafel helemaal naar beneden.
D
De grootste vergroting voor en de tafel helemaal naar boven.

Slide 8 - Quiz

Dierlijke cellen hebben een...
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 9 - Quiz

Wat komt alleen voor in plantaardige cellen?
A
Celwand
B
Celkern
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 10 - Quiz

Wat komt alleen voor in plantaardige cellen?
A
Celwand
B
Celkern
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 11 - Quiz

Wat hebben plantencellen WEL, dat dierlijke cellen NIET hebben?
A
Celwand
B
Celkern
C
Celmembraan
D
Cytoplasma

Slide 12 - Quiz