V6 beschouwing algemeen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Welkom 

v6ta!

Programma

1. 10 minuten lezen
2. Introductie beschouwing afmaken (vorige les)
3. Betoog inzien
4. Toets literatuurgeschiedenis bespreken
5. Afsluiting en vooruitblik
   

10 minuten lezen

Wat is een beschouwing?

1. Een tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten
2. Een tekst waarin iemand je probeert over te halen om iets te doen
3. Een tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product
4. Een tekst waarin verschillende meningen met elkaar vergeleken worden

Wat is het doel van een beschouwing?

1. informeren
2. overtuigen
3. opiniëren
4. amuseren

Wat bevat een beschouwing veelal?

1. feiten
2. meningen
3. argumenten
4. de mening van de schrijver

1. wel beschouwend
2. niet beschouwend

Welke structuur heeft een beschouwing NOOIT?

1. argumentatie- structuur
2. verklaring- structuur
3. voor- en nadelenstructuur
4. probleem-oplossingenstructuur

Welke structuur is het meest voor de hand liggend voor een beschouwing?

1. argumentatie- structuur
2. verklaring- structuur
3. voor- en nadelenstructuur
4. probleem-oplossingenstructuur

Is een beschouwing subjectief of objectief?

1. subjectief
2. objectief

Wat hoort NIET thuis in de inleiding van een beschouwing?

1. een centrale vraag
2. een moeilijk probleem
3. een stelling
4. een mening

Wat hoort WEL thuis in de inleiding van een beschouwing?

1. een centrale vraag
2. een moeilijk probleem
3. een stelling
4. een mening

Wat ga je in de kern van een beschouwing vinden?

1. meningen
2. feiten
3. voor- en nadelen
4. drogredenen

ten eerste..., daarnaast...., daar staat tegenover dat...

Waar zijn dit passende signaalwoorden voor?

1. het slot
2. de kern
3. de inleiding

Is het slot van een beschouwing open of gesloten?

1. open
2. gesloten

Wat staat NIET in het slot van een beschouwing?

1. een conclusie
2. herhaling vraagstelling
3. een uitsmijter
4. een samenvatting

Wat staat er WEL in het slot van een beschouwing?

1. hypothese
2. oplossing
3. afweging
4. aanleiding

Lees de beschouwing 

'Lease je hem wel of lease je hem niet?'

• Markeer de vraagstelling.
• Markeer de kernzinnen.
• Omcirkel de gebruikte signaalwoorden.
• Geef antwoord op de volgende vraag: hoe kun je zien dat dit een beschouwing is? 

Wat is je opgevallen aan:
waar in de inleiding de vraagstelling wordt geïntroduceerd?
de kernzinnen en waar/hoe deze worden gepresenteerd?
de gebruikte signaalwoorden?

Leg uit hoe je kunt zien dat de beschouwing 'Lease je hem wel of lease je hem niet?' een beschouwing is.

Wat valt er op te merken aan de beschouwing 'Lease je hem wel of lease je hem niet?'?

Ik weet nu wat een beschouwing is en hoe deze eruitziet.

Leerdoelcheck!

010

Afsluiting en vooruitblik

Volgende les: donderdag 21 november

• Huiswerk: -
• Meenemen: laptop en leesboek
• Programma: beschouwing inleiding

Dinsdag 3 december: kladversie beschouwing

Dinsdag 10 december: definitieve versie beschouwing