15.03.2023 2tha1 Grammatica Voegwoorden

Welkom bij Nederlands
Wat heb je nodig:
-leesboek
-laptop, lesboek + schrift

timer
2:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Introduction

Les over zinnen en zinsstructuur.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
Wat heb je nodig:
-leesboek
-laptop, lesboek + schrift

timer
2:00

Slide 1 - Slide

Lesprogramma vandaag
Lezen
Uitleg: Voegwoorden (VWO)
Zelfstandig werken TH  en HA
Evaluatie

Slide 2 - Slide

timer
8:00

Slide 3 - Slide

Aan de slag:
H4/ Grammatica
HA: Telwoord, blz. 126

H4/Taalverzorging
TH: Verwijswoorden, blz. 114

Slide 4 - Slide

Grammatica: de basis (VWO)
Zinnen en zinsstructuur

Slide 5 - Slide

Enkelvoudige zin

  • Zin met één persoonsvorm
Samengestelde zin

  • Zin met twee of meer persoonsvormen

Slide 6 - Slide

Voorbeeld enkelvoudige zin
  • Het wordt slecht weer vandaag.
  • Ik ga vandaag naar de Action.
  • Hij kijkt veel naar Star Wars.

Slide 7 - Slide

Voorbeeld samengestelde zin
  • Het wordt vandaag mooi weer en we gaan lekker naar het strand. 
  • Hij kijkt veel naar Star Wars en schrijft daar over op zijn website.

Slide 8 - Slide

Samengestelde zin
  • Bestaat uit twee of meer zinnen.
  • Kunnen nevengeschikte zinnen zijn, of ondergeschikte zinnen.

Slide 9 - Slide

Nevenschikking

- Zinnen kunnen los van elkaar voorkomen.

- Je zou in principe tussen alle zinnen een punt kunnen zetten.

Onderschikking

- De zinnen kunnen niet los van elkaar voorkomen.

- De zinnen zijn afhankelijk van elkaar.

Slide 10 - Slide

Voegwoorden
  • Voegwoorden zijn een soort cement.
  • Je kunt met voegwoorden zinnen aan elkaar plakken.

Slide 11 - Slide

Nevenschikkende voegwoorden

  • en
  • maar
  • want 
  • of*
  • dus
Onderschikkende voegwoorden

  • aangezien
  • als
  • dat
  • doordat
  • terwijl
  • toen

Slide 12 - Slide

Wat is een bijzin?
  • Je hebt bij een onderschikking te maken met een bijzin.
  • Een bijzin is een zinsdeel in de vorm van een zin. Deze zin heeft een eigen persoonsvorm.
  • Persoonsvorm en onderwerp staan niet naast elkaar óf er kan een zinsdeel tussen worden gezet.

Slide 13 - Slide

Volgorde hoofdzin

-
Persoonsvorm staat vooraan in een zin, naast het onderwerp.
Volgorde bijzin

- Persoonsvorm staat achteraan.
- Persoonsvorm en onderwerp staan niet naast elkaar óf er kan een zinsdeel tussen worden gezet.

Slide 14 - Slide

Oefenen
A: H4/ Grammatica/ Voegwoord/ blz. 126

H4/ Grammatica
HA: Telwoord, blz. 126
H4/Taalverzorging
TH: Verwijswoorden, blz. 114

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link