This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Benoem 4 elementen die horen bij de productmix
Slide 16 - Open question
De verpakking van een product hoort bij:
A
Fysieke product
B
Toegevoegde product
C
Afgeleide product
Slide 17 - Quiz
Welk soort consumentenproducten hebben een lage inkoopinspanning en een hoog aankoopfrequentie?
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Specialty goods
Slide 18 - Quiz
Een autodealer vermeldt in een advertentie het gewicht, laadvermogen en het brandstofverbruik van een bestelwagen. Van welk soort product is sprake in de advertentie?
A
Fysieke product
B
Toegevoegde product
C
Afgeleide product
Slide 19 - Quiz
Een bierproducent verkoopt zijn bier in kratjes van 12 flesjes à 30 cl. Wat is de belangrijkste functie van het kratje?
A
"Emotional appeal" versterken
B
Imago ondersteunen
C
Bescherming bieden
Slide 20 - Quiz
Aardappelen voor de fritesfabriek zijn een voorbeeld van: