This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
H2: Steden
§2.2: De spreiding van steden in een land
Slide 1 - Slide
Planning
Herhalingsvragen 2.1
Vervolgens starten 2.2
Slide 2 - Slide
Herhalingsvraag 1
Wat houdt urbanisatie in, volgens jullie?
Slide 3 - Slide
Tijdlijn
Urbanisatie
na 1870
Is het wegtrekken van mensen vanuit het platteland naar de stad.
Slide 4 - Slide
Herhalingsvraag 2
Is Tokio zowel een megastad als wereldstad?
Slide 5 - Slide
Herhalingsvraag 3 Wat betekent verstedelijkingsgraad
A
Aantal steden in een land.
B
Groei van het aantal steden in een land.
C
Percentage van de bevolking dat in steden woont.
D
Groei van de bevolking in steden.
Slide 6 - Quiz
Vraag 1. Tokio is een megastad. Wat is een megastad?
A
Een stad met meer dan 1 miljoen inwoners
B
Een stad met meer dan 100 miljoen inwoners
C
Een stad met meer dan 100.000 inwoners
D
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners
Slide 7 - Quiz
Vraag 4. 2 beweringen
1. Een wereldstad is altijd een hoofdstad 2. Een megastad is altijd een wereldstad
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 8 - Quiz
Vraag 6. Wat is verstedelijkingstempo?
A
Snelheid waarmee er meer steden in een land komen.
B
De groei van de steden in oppervlakte.
C
Percentage waarmee de stedelijke bevolking jaarlijks toeneemt.
D
De groei van het aantal steden in een land.
Slide 9 - Quiz
begrip
1. hoge verstedelijkingsgraad
2. lage verstedelijkingsgraad
3. hoog verstedelijkingstempo
4. laag verstedelijkingstempo
land
laag BBP
hoog BBP
Slide 10 - Slide
Leerdoelen
Je weet welke factoren de spreiding van steden bepalen.
Je kunt aan de hand van de plattegrond oude en nieuwe delen van een stad herkennen.
Je herkent met een kaart of tabel het spreidingspatroon van steden in een land.
Slide 11 - Slide
Waar zou jij een stad plaatsen?
Slide 12 - Slide
Gebiedskenmerken
Niet elk gebied is geschikt voor steden.
Wel geschikt: voldoende neerslag, niet te koud, bereikbaar (rivieren, wegen), vlak, vruchtbaar, aan de kust.
Slide 13 - Slide
Relatieve ligging
Relatieve ligging = ligging ten opzichte van andere plaatsen. 'Gent ligt 54km ten westen van Brussel, en is 50 minuten rijden'.
midden in het land, of juist aan de grens/kust
goede verbindingen met andere steden
Bijvoorbeeld: Brussel 'spin in het web'
Stedelijk netwerk
Slide 14 - Slide
Primate city
De primate city is de grootste en meest dominante stad in een regio op gebied van bevolking en functies (politiek, cultureel en economisch).
Ongeveer vijf keer groter dan de tweede stad (soms ook minder…)
Lagos en Bangkok zijn voorbeelden
Primate cities vind je vaak in arme landen. In deze landen trekken veel mensen naar de/ een stad vanwege economische kansen. Daarnaast groeit de bevolking in deze landen snel, waardoor een dergelijke stad snel kan groeien
Slide 15 - Slide
Satellietstad
Nieuwe stad, buiten de oude stad, om de oude stad te ontlasten en om de bevolking te spreiden.
Voorbeeld: Caïro - heeft diverse satellietsteden (new towns) en Egypte krijgt zelfs een nieuwe hoofdstad!
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Stratenpatroon van een oude stad
- Smal en kronkelig
- Alles ging te voet
- Zoveel mogelijk binnen
de stadsmuren
- Veel in Europa
Slide 18 - Slide
Voetboogstraat - Amsterdam centrum
Marrakech
Slide 19 - Slide
Stratenpatroon
in een nieuwe stad
- Recht, veel blokken
- Alles met de auto (brede wegen)
- Veel in de Verenigde Staten
- Grid
Slide 20 - Slide
Koloniale dubbelstad
Slide 21 - Slide
Koloniale dubbelstad
Medina: Oude stad Historisch
Ville nouvelle:
Geplande stad/nieuwe stad
Westerse invloed
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Leerdoelen
Je weet welke factoren de spreiding van steden bepalen.
Je kunt aan de hand van de plattegrond oude en nieuwe delen van een stad herkennen.
Je herkent met een kaart of tabel het spreidingspatroon van steden in een land.
Slide 24 - Slide
Satellietstad Zoetermeer
Er was veel behoefte aan woningen in en rondom Den Haag. Den Haag wilde Leidschendam als satellietstad. Dit werd uiteindelijk Zoetermeer omdat Zoetermeer bereid was wel uit te breiden
Slide 25 - Slide
Koloniale dubbelstad
Stad met een oud (islamitisch) centrum (medina) en een modern deel uit de koloniale tijd (ville nouvelle).
Medina
Smalle, doodlopende straten/ steegjes en ramen vaak hoger dan ooghoogte (privacy!), ommuurd
Medina (2)
Ville nouvelle
Door de koloniale machten (in geval van Marokko was dat Frankrijk) werden moderne stadsdelen tegen de medina gebouwd. Het straatpatroon is recht, breed met Euopese gebouwen. Vb. Marrakech.