Thema 1, les 7 zinsontleden Prinsjesdag

Taal
Thema 1
week 2
les 7
Lesdoel: Ik kan het onderwerp, het gezegde en de bepaling van plaats en tijd uit de zin benoemen.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Taal
Thema 1
week 2
les 7
Lesdoel: Ik kan het onderwerp, het gezegde en de bepaling van plaats en tijd uit de zin benoemen.

Slide 1 - Slide

Het gezegde
Het gezegde zijn alle werkwoorden in de zin.



De derde dinsdag van september wordt Prinsjesdag genoemd.
Gezegde: wordt genoemd. 

Slide 2 - Slide

Wat is het gezegde in de volgende zin:
Op deze dag komen alle kamerleden en ministers bij elkaar in de Ridderzaal in Den-Haag.

Slide 3 - Open question

Let op! Soms bestaat het gezegde uit meerdere delen.


Koning Willem-Alexander leest dan de troonrede voor.
Het gezegde: Leest voor 
(van het werkwoord voorlezen)

Slide 4 - Slide

Het onderwerp
Het onderwerp vind je door te vragen: wie(of wat) + gezegde?



Met Prinsjesdag wordt het werkjaar van de kamerleden geopend.
Wat wordt geopend? Het werkjaar = onderwerp. 

Slide 5 - Slide

Wat is het onderwerp in de volgende zin:
Op 7 september 1898 kreeg koningin Wilhelmina een mooi cadeau van de Amsterdamse bevolking.

Slide 6 - Open question

De bepaling van plaats en tijd
Deze zinsdelen geven antwoord op de vraag waar en wanneer?




Voordat de koning de troonrede uitspreekt, trekt er een koninklijke stoet door Den Haag
Waar? door Den-Haag. Wanneer? Voordat. 

Slide 7 - Slide

Wat is de bepaling in de volgende zin:
Langs de route staan vandaag veel mensen om de koning toe te zwaaien.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Aan de slag
Ga naar je Google Classroom.
Daar vind je bij 'taal' het werkblad voor deze les.

Klaar?
Nakijkbladen op de instructietafel

Slide 10 - Slide