LO quiz

Hoe heet de sport waarbij je met een stok over water moet springen?
A
Sloot springen
B
Fierljeppen
C
Jumpen
D
Polsstokhoogspringen
1 / 51
next
Slide 1: Quiz
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Hoe heet de sport waarbij je met een stok over water moet springen?
A
Sloot springen
B
Fierljeppen
C
Jumpen
D
Polsstokhoogspringen

Slide 1 - Quiz

Slide 2 - Slide

Vraag 1:
Welke sport is dit?
A
Tennis
B
Trefbal
C
Squash
D
Paddle

Slide 3 - Quiz

Vraag 2:
Aan welke sport deed Sven Kramer?
A
ijshockey
B
lange baan schaatsen
C
shorttrack
D
marathon schaatsen

Slide 4 - Quiz

Vraag 3: Op welke ondergrond wordt getennist bij Wimbledon?
A
Hard court
B
Gravel
C
Gras
D
Smash court

Slide 5 - Quiz

Vraag 4:

Welke sport is dit?
A
Kitesurfen
B
Windsurfen
C
Zeilen
D
Golfsurfen

Slide 6 - Quiz

Vraag 5:
Hoe heet deze hoogspring techniek?
A
Straddle
B
Schotse Sprong
C
Fosburry flop
D
Fliep flop

Slide 7 - Quiz

Vraag 6:

Welke sport is dit?
A
Skiën
B
Biathlon
C
Schieten
D
Kleiduifschieten

Slide 8 - Quiz


Vraag 7:
Hoe veel kilometer is een marathon?
A
22
B
32
C
42
D
52

Slide 9 - Quiz

Vraag 8:

Wat is het wereldrecord planken?
A
10 uur, 10 minuten en 10 seconden
B
8 uur, 20 minuten en 5 seconden
C
9 uur, 11 minuten en 1 seconden
D
12 uur, 10 minuten en 20 seconden

Slide 10 - Quiz

Vraag 9:
Hoeveel minuten duurt de officiëlle Coopertest?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 11 - Quiz

Vraag 10:
Hoe veel zwarte vakjes zijn er op een schaakbord?
A
44
B
36
C
40
D
32

Slide 12 - Quiz

Vraag 11:
Welk gewricht zie je op het plaatje?
A
Knie
B
Elleboog
C
Heup
D
Enkel

Slide 13 - Quiz

Vraag 12:
Welke spiergroep is oranje gemaakt?
A
biceps
B
kuitspier
C
triceps
D
schouderspier

Slide 14 - Quiz

Vraag 13:
Hoeveel slagen per minuut gaat je hart in rust?
A
20-30
B
45-55
C
60-70
D
80-90

Slide 15 - Quiz

Vraag 14:
Wat is de grootste spier van je lichaam?
A
Bil spier
B
Bovenbeenspier
C
Buikspieren
D
Hamstring

Slide 16 - Quiz

Vraag 15:
Hoeveel personen staan er in een veld bij Basketbal?
A
5
B
10
C
8
D
12

Slide 17 - Quiz

Vraag 16:
Hoe heet het spel waarbij je de bal ergens in moet gooien en iemand anders moet hem vangen om een punt te scoren?
A
Handbal
B
Lacrosse
C
Bossaball
D
Tjoekbal

Slide 18 - Quiz

Vraag 17:
Hoe heet het punt bij ringzwaaien wanneer je er uit moet springen?
A
Snelste punt
B
Laagste punt
C
Dode punt
D
Het middelste punt

Slide 19 - Quiz

Vraag 18:
Wat is de naam van het spel waarbij je 6 vakken hebt en 1 grote bal.
A
Pleerbal
B
Bounceball
C
Mens erger je niet
D
Kingen

Slide 20 - Quiz

Vraag 19:
Hoe lang zou je eigenlijk elke dag moeten bewegen (matig intensief) volgens de Gezondsraad?
A
15 minuten per dag
B
45 minuten per dag
C
90 minuten per dag
D
60 minuten per dag

Slide 21 - Quiz

American football: hoe heet het als een speler de endzone (het gebied van de tegenstander) bereikt?
A
EndZone
B
ThrowDown
C
TouchDown
D
SlamDown

Slide 22 - Quiz

American football: Hoeveel punten verdien je met een touchdown?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 23 - Quiz

Volleybal: Hoe heet de speler die gespecialiseerd is in verdedigen?
A
Top defender
B
Libero
C
The wall
D
Keeper

Slide 24 - Quiz

Honkbal: hoe heet de speler die de bal naar de slagpartij gooit?
A
Catcher
B
Korte stop
C
Pitcher
D
Verre velder

Slide 25 - Quiz

Honkbal: hoeveel punten scoor je bij het maken van een homerun?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz

Honkbal: Is de loper uit of in ?
A
uit
B
in

Slide 27 - Quiz

Golf: hoe heet het als je in 1 slag de bal in de hole slaat?
A
Panna
B
Hole-in-one
C
Winner
D
Birdie

Slide 28 - Quiz

Golf: hoe heet het als je bij een par 3 hole de bal in 3 slagen erin hebt?
A
Hole-in-even
B
Birdie
C
Bogey
D
Par

Slide 29 - Quiz

Golf: wat roep je bij het slaan van een afzwaaier?
A
KIJK UIT !!!
B
FORE !!!
C
PAS OP !!!
D
TIMBER !!!

Slide 30 - Quiz

Tennis: hoe noem je het als de tegenstander je service niet aanraakt en je dus een punt hebt gescoord?
A
Winner
B
Eagle
C
Ace
D
Unforced error

Slide 31 - Quiz

Basketbal: hoe heet het als je met een sprong de bal in de basket slaat?
A
Slam dunk
B
Bomb dunk
C
Alley-Oop
D
Power dunk

Slide 32 - Quiz

Basketbal: hoe heet het gebied onder de basket waar je een beperkt aantal seconde in mag staan?
A
Basket
B
Bucket
C
Safe zone
D
Power zone

Slide 33 - Quiz

Hockey: wat is hier de benaming van penalty?
A
Vrije bal
B
Strafcorner
C
Penalty
D
Strafbal

Slide 34 - Quiz

Hockey: gebruiken ze bij hockey de regel ‘buitenspel’?
A
JA
B
NEE

Slide 35 - Quiz

ijshockey: hoe heet de schijf waarmee gespeeld wordt?
A
Schijf
B
Puck
C
Eva
D
Ivy

Slide 36 - Quiz

Schaatsen: hoeveel meter is bij schaatsen de langste discipline?
A
1km
B
1500m
C
5km
D
10km

Slide 37 - Quiz

Voetbal: hoe noemen we de scheidsrechter die, buiten het veld, kan ondersteunen in het nemen van beslissingen?
A
VAR
B
VUR
C
VIR
D
VOR

Slide 38 - Quiz

Atletiek: uit hoeveel spelers bestaat een estafette team?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 39 - Quiz

Atletiek: over hoeveel horden moeten sprinters springen bij de 110m sprint?
A
6
B
8
C
10
D
12

Slide 40 - Quiz

Atletiek: over hoeveel horden moeten sprinters springen bij de 400m sprint?
A
8
B
10
C
12
D
16

Slide 41 - Quiz

Waterpolo: hoeveel spelers van het team zwemmen in het veld?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 42 - Quiz

Frisbee: hoe heet de sport die gespeeld wordt met een frisbee?
A
Ultimate frisbee
B
Frisbee
C
Team frisbee
D
Competitie frisbee

Slide 43 - Quiz

Flagfootball: hoeveel pogingen heb je om te scoren of over de middenlijn te komen?
A
3
B
1
C
4
D
2

Slide 44 - Quiz


Hoe heet deze sport?
A
Honkbal
B
Softbal
C
Cricket
D
Slagbal

Slide 45 - Quiz

Welke trui mag de wereldkampioen wielrennen dragen?
A
Gele trui
B
Witte trui
C
Bolletjestrui
D
Regenboogtrui

Slide 46 - Quiz

Waar waren deze zomer de Olympische Spelen? 
A
Rio de Janeiro
B
Peking
C
Parijs
D
Londen

Slide 47 - Quiz

Hoelang moet je fietsen om een frikandelbroodje te verbranden?
A
15 minuten
B
21 minuten
C
34 minuten
D
42 minuten

Slide 48 - Quiz

Wie is dit?
A
Femke Bol
B
Lieke Klaver
C
Sifan Hassan
D
Dafne Schippers

Slide 49 - Quiz

Bij welke dansstijl draag je spitzen?
A
Streetdance
B
Buikdans
C
Jumpen
D
Ballet

Slide 50 - Quiz

Welke kleur begint er bij schaken?
A
Wit
B
Zwart
C
Beide tegelijk
D
Dat moet geloot worden

Slide 51 - Quiz