Speel waar dat kan zelf mee en creëer daarbij je
eigen bouwwerk. Start met een korte observatie
van het spel van de kinderen en imiteer dat spel
met je eigen materialen. Aap het spel niet na,
maar speel een soortgelijk spel als de kinderen,
met je eigen materialen. In plaats van steeds vragen te stellen aan de kinderen vraag je je dingen
hardop af, verwonder je je over aspecten van je
eigen bouwwerk. ‘Hoe kan ik nu een raam in deze
muur maken? Ojee, zo het gaat niet ...’ ‘Oh kijk, ik
heb een deur gemaakt met deze blokjes. Dat heb
ik zo en zo gedaan.’
Of je maakt fouten in je eigen bouwwerk, die je
hardop benoemt of als een probleem aan kinderen voorlegt. ‘He, die deur, daar klopt iets niet
aan, maar wat? Och nee, dat kan natuurlijk niet
zo. Maar hoe kan ik dat dan wel maken?’ Als geen
van de kinderen reageert, heb je bij hen nog niet
de juiste snaar geraakt. Vanuit de ‘problemen’ die
je met je eigen bouwwerk tegenkomt, inspireer je
kinderen tot nieuwe handelingen die ze kunnen
toepassen in hun eigen spel.
Zo moet er bijvoorbeeld – om het hok van Flappie
de cavia te kunnen bouwen – eerst onderzoek
gedaan worden. Je moet namelijk weten hoe
groot Flappie de cavia is, hoeveel ruimte de cavia
nodig heeft om fijn te kunnen lopen en hoe hoog
een cavia kan springen.
Voorbeelden van ‘problemen’ voor de bouwhoek
zijn:
• Welke dieren kunnen naast elkaar in de dierentuin leven en hoe hoog moeten de hekken
worden gemaakt?
• Hoe maken we voor de gevaarlijke leeuwen een
stevig hok?
• Hoe groot moet een garage zijn voor Bob die
twee bussen en een auto heeft?
• De koning wil voor de bruiloft van zijn prinses
mooie mozaïekvloeren in de zalen van het
kasteel laten leggen. Wie kan helpen met het
leggen van mooie patronen in de vloer?
• Hoe ziet een beverburcht er eigenlijk uit?
Kunnen we dat maken?
• Hoe groot moet een bouwwerk worden als we
er zelf in willen spelen?
• Hoe bouw ik een ronde toren?
Laat kinderen zelf ontdekkingen doen, maar help
waar nodig. Frustratie over het niet bereiken van
het gewenste resultaat kan ertoe leiden dat een
kind niet meer in de bouwhoek wil spelen. Dat
moet je zeker zien te voorkomen