Oefenen beeldspraak

Oefenen beeldspraak
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Oefenen beeldspraak

Slide 1 - Slide

Geef bij de volgende zinnen aan van welke beeldspraak gebruik is gemaakt.

Slide 2 - Slide

Die jurk van jou lijkt net een vuilniszak!
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 3 - Quiz

Nadat het huiswerk opgegeven werd, regende het kritiek van de leerlingen.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 4 - Quiz

De leerlingen van 3HV2 gebruiken met teken altijd sprekende kleuren!
Waarom is dit een personificatie?

Slide 5 - Open question

Je maakt van een mug een olifant.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 6 - Quiz

De gele zonnebloemen ontkiemden op een mooie donderdagochtend.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Metonymie
D
Metafoor

Slide 7 - Quiz

De planten in de kamer snakten naar een beetje water.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 8 - Quiz

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Metonymie
D
Metafoor

Slide 9 - Quiz

Had u ons niet vooraf kunnen waarschuwen voor de regen?
A
Personificatie
B
Tautologie
C
Pleonasme
D
Metonymie

Slide 10 - Quiz

De oude computer protesteerde terwijl hij aan werd gezet.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 11 - Quiz

Gisteren dronk hij een glaasje teveel.
A
Hyperbool
B
Metonymia
C
Metafoor

Slide 12 - Quiz

Hij rende zo snel als een jaguar.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 13 - Quiz

De auto kwam hoestend en proestend tot stilstand.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 14 - Quiz

Soms lacht de toekomst je toe.
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Eufemisme
D
Personificatie

Slide 15 - Quiz


Dat meisje
is zo onschuldig als   een lammetje

                                               

Slide 16 - Slide

'Dat meisje is zo onschuldig als een lammetje.'
Welke vorm van beeldspraak?

A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking

Slide 17 - Quiz

Hoge bomen vangen veel wind

Slide 18 - Slide

'Hoge bomen vangen vele wind'

Welke vorm herken je?
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 19 - Quiz

'Zij zingt als een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
personificatie
C
metafoor

Slide 20 - Quiz