Havo 3: Nederlands leesvaardigheid en argumentatiestructuur

Wat  leerden we in de vorige les?

* Wat is een ander woord voor mening?
* Waarmee onderbouw je je mening?
* Aan welke woorden herken je een mening?
* Wat moet een kritische lezer zich altijd afvragen?
* Wat is een voorbeeld van feitelijke informatie?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat  leerden we in de vorige les?

* Wat is een ander woord voor mening?
* Waarmee onderbouw je je mening?
* Aan welke woorden herken je een mening?
* Wat moet een kritische lezer zich altijd afvragen?
* Wat is een voorbeeld van feitelijke informatie?

Slide 1 - Slide

Meningen en argumenten
Opbouw van argumentatie

Slide 2 - Slide

Leerdoel van vandaag:
Je leert hoe je argumentatiestructuren herkent.

Slide 3 - Slide

Opdracht
Wat betekenen volgens jullie de volgende begrippen?
- enkelvoudige argumentatie
-meervoudige argumentatie
- nevenschikkende argumentatie
- onderschikkende argumentatie
Overleg met je groepje en noteer jullie antwoorden op het whiteboard.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Argumentatiestructuren
1. Enkelvoudige argumentatie
2. Meervoudige argumentatie
3. Nevenschikkende argumentatie
4. Onderschikkende argumentatie

Slide 6 - Slide

Argumentatiestructuren
1. Enkelvoudige argumentatie

Er is één argument.
We gaan niet naar buiten, want het regent.

Slide 7 - Slide

Dus 1 argument =  enkelvoudig

Slide 8 - Slide

Argumentatiestructuren
2. Meervoudige argumentatie

Er zijn meer argumenten dan één argument, die los van elkaar staan.


Slide 9 - Slide

Dus meer dan 1 argument, los van elkaar staand: meervoudig

Slide 10 - Slide

Argumentatiestructuren
3. Nevenschikkende argumentatie

Er zijn twee of meer argumenten die met elkaar samenhangen en zo één groot argument vormen.

Slide 11 - Slide

Meer argumenten die met elkaar samenhangen.

Slide 12 - Slide

Argumentatiestructuren
4. Onderschikkende argumentatie

Hierbij wordt één argument ondersteunt door één of meer argumenten (subargumenten) . Er ontstaat zo een ketenargumentatie.

Slide 13 - Slide

1 argument wordt ondersteund door sub argumenten

Slide 14 - Slide

Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie

Slide 15 - Quiz

Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie

Slide 16 - Quiz

Hoeveel argumentatiestructuren moet je weten?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 1, 2, 3, 4, 5 op blz. 22, 23

Slide 18 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 1, 2 en 3 op blz. 74 en 75.
Klaar: Maak opdracht 1 en 2 op blz. 79.

Vandaag niet af gekregen? Dan is het huiswerk voor dinsdag 2 april.

Slide 19 - Slide

Evaluatie
Weet je nu hoe je verschillende argumentatiestructuren kunt herkennen?

Benoem 3 dingen die je vandaag hebt geleerd.


Slide 20 - Slide