spelling : met of zonder "n"

Spelling (hoe zat het ook al weer?)

Uitleg: Met of zonder "n"    



1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Spelling (hoe zat het ook al weer?)

Uitleg: Met of zonder "n"    



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Vóór zelfstandig naamwoord
Als alle voor een zelfstandig naamwoord staat, schrijf je het altijd met een -e achteraan. Het maakt niet uit of het zelfstandig naamwoord om personen gaat of niet. 

Bijvoorbeeld:
Alle leerlingen weten dat je alle zinnen met een hoofdletter moet beginnen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

2. Zelfstandig naamwoord - 
geen personen

Als alle zelf een zelfstandig naamwoord is, en het gaat niet om personen, dan schrijf je het ook met een -e .

 Bijvoorbeeld:
Schrijf tien zinnen. Begin ze alle met een hoofdletter.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

3. Zelfstandig naamwoord - personen


Als alle zelf een zelfstandig naamwoord is, en het gaat wel om personen, dan schrijf je het met -en achteraan.

Bijvoorbeeld:
10 leerlingen doen mee. Allen weten dat je een zin met een hoofdletter begint.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarover gaat alle?

'Denk aan de poezen: je moet ze alle op tijd eten geven.'
A
Over personen
B
Niet over personen

Slide 5 - Quiz

Alle gaat hier over de poezen. Poezen zijn dieren, geen personen. 
Waarover gaat allen?

'We helpen allen mee.'
A
Over personen
B
Niet over personen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Onthouden



Je schrijft dus alleen allen bij een zelfstandig naamwoord dat om personen gaat!





Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Beide of beiden?



Dezelfde regels gelden bij het kiezen tussen beide of beiden.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Kies de juiste uitgang:


Jullie moeten aardig zijn tegen all... kinderen die straks langskomen. 
A
-e
B
-en

Slide 9 - Quiz

Alle staat hier vóór een zelfstandig naamwoord, namelijk kinderen. 
Kies de juiste uitgang:


Denk aan je handen: houd ze beid... aan het stuur!
A
-e
B
-en

Slide 10 - Quiz

Beide is hier een zelfstandig naamwoord dat niet over personen gaat maar over handen. 
Kies de juiste uitgang:


Ik heb twee opa's. Beid... komen trouw naar al mijn verjaardagen.
A
-e
B
-en

Slide 11 - Quiz

Beide is hier een zelfstandig naamwoord dat niet over personen gaat, namelijk de opa's.
Kies de juiste uitgang:


Wij hebben tien docenten. Op de
vergadering komen ze all... bijeen.
A
-e
B
-en

Slide 12 - Quiz

Allen is hier een zelfstandig naamwoord dat om personen gaat, namelijk de docenten.
We gingen met zijn (...) naar de bioscoop.
A
alle
B
allen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

(...) cursisten maken nooit hun huiswerk.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Katten zijn leuk. (...) vind ik vervelend
A
Weinige
B
Weinigen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb twee zussen. Ze zijn (...) erg goed in taal.
A
beide
B
beiden

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De kippen waren (...) ontsnapt.
A
alle
B
allen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hans had twee foto's gemaakt. Ze zijn (...) mislukt.
A
beide
B
beiden

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

............ bleven de hele nacht blaffen.
A
sommige
B
sommigen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Helaas werden niet alleen de zieke(n), maar ook de mooiste(n) omgehakt.
A
zieken - mooisten
B
zieke - mooisten
C
zieke - mooiste
D
zieken - mooiste

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Enkele(n) onder ons zijn nooit tevreden, ondanks dat van de cijfers de meeste(n) in orde blijken.
A
enkele-meeste
B
enkelen-meesten
C
enkele-meesten
D
enkelen-meeste

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Het zijn altijd dezelfde(n) die kritiek hebben op de gang van zaken.
A
dezelfde
B
dezelfden

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Zoek het verschil in betekenis 
  1. Enkele schrijvers vonden het cabaret niet leuk, maar alle andere genoten ervan.
  2. Enkele schrijvers vonden het cabaret niet leuk, maar alle anderen genoten ervan.
  3. De familie verzorgde een maaltijd voor de arme.
  4. De familie verzorgde een maaltijd voor de armen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Alle of allen?
Welke vorm je moet gebruiken hangt van twee dingen af:

  1. Is het een zelfstandig naamwoord?
  2. Gaat het om personen?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Sommige of sommigen?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Sommige of sommigen?

Geldt ook voor woorden als enkele(n), vele(n), alle(n), beide(n).

Schrijf ‘sommige’ wanneer:
(1)het terugslaat op een dier of ding óf
(2)het bijvoeglijk gebruikt is.
Schrijf ‘sommigen’ wanneer:

(1) het zelfstandig gebruikt wordt én het betrekking heeft op personen.



Slide 26 - Slide

This item has no instructions

telwoorden hebben altijd een "n"
dus: honderden, duizenden en miljoenen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions