Basiscommunicatie

Basiscommunicatie
1 / 28
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Basiscommunicatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
1. AWR 
2. Lesdoel
3.  Theoretische gedeelte
4. Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan afdeling verzuim bij Yvette.
Je gaat op het leerplein zelfstandig werken.
Het volgend lesuur mag je weer in de les.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

lesdoel
Je past basiscommunicatietechnieken toe in eenvoudige praktijksituaties

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is communicatie?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Communiceren is...
Het overdragen van informatie van de een naar de ander. 

Communicatie gaat volgens een bepaald proces; het communicatieproces

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoofddoelen
- Informatie overbrengen
- Contact leggen en onderhouden
- Jezelf uiten
- Belangstelling tonen
- Feedback geven
- De ander vermaken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Communicatieschema

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

coderen en decoderen
Coderen = het omzetten van gedachten en gevoelens in woorden,
                       lichaamstaal of beelden
                      (Hoe breng ik iets over?)

Decoderen = het omzetten van woorden, lichaamstaal of beelden in
                            betekenis
                           (Wat betekent de boodschap?)


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Sociale Media
Kan je ook via sociale media een boodschap overbrengen?

Slide 10 - Slide

Je kan je boodschap ook overbrengen met een medium. Zoals TV, social media, krant etc.
Vraag aan de student of er ook een boodschap overgebracht kan worden met social media?
Ruis
- Alle factoren in zender, ontvanger en omgeving die de 
   communicatie verstoort, noem je ruis.
- Ruis ontstaat als de boodschap die je zendt aan de ontvanger
   wordt vervormd en daardoor anders aankomt bij de ontvanger     dan dat je bedoelde. 
- Ruis zorgt er dus voor dat jouw boodschap niet goed 
   overkomt.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Interne en externe ruis
  • Interne ruis zit in de boodschap zelf.  
  • Bijvoorbeeld de zender kan niet goed uit zijn woorden komen of de ontvanger denkt net even aan iets anders en is daardoor afgeleid.

  • Externe ruis is een verstoring van de communicatie door factoren van buitenaf. 
  • Denk bijvoorbeeld aan een telefoon die onverwacht afgaat tijdens een gesprek 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Het referentiekader
  • Niet alleen ruis zorgt voor communicatieproblemen. Verschillende  referentiekaders zorgen vaak ook voor problemen. 

  • Het referentiekader is het geheel van waarden en normen, overtuigingen,  denkbeelden en   verwachtingen die iemand heeft opgebouwd in zijn  leven. 
  • Van hieruit interpreteert en beoordeelt men de wereld.
  • Je referentiekader is dus bepalend voor de manier van coderen en decoderen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Communicatie-richtingen
Eenzijdige communicatie
Meerzijdige communicatie

Slide 14 - Slide

eenzijdig: alleen zender of ontvanger zijn.
meerzijdig: Je bent zender en ontvanger tijdens het communiceren.

Verbale en non-verbale communicatie 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vijf communicatiecategorieën
Non-verbale communicatie kun je onderverdelen in vijf categorieën:

peri-verbaal
para-verbaal
infra-verbaal
supra-verbaal
pre-verbaal

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Peri-verbaal 
Tijd en ruimte hebben invloed op je gedrag

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Para-verbaal
Communicatie die naast verbale en non-verbale communicatie plaatsvindt.
(toon, intonatie, spreektempo)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Infra-verbaal
Gaat over zaken die onbewust een rol spelen tijdens de communicatie. 
(geuren en kleuren)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Supra-verbaal
Gaat over de boodschap die je uitzendt door middel van je uiterlijk.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Pre-verbaal
Communiceren met lichaamstaal

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Metacommunicatie
Metacommunicatie is praten over de manier waarop je met elkaar praat,
Met metacommunicatie zorg je dat je ècht begrijpt wat de ander bedoelt en krijgt de ander de kans jou ècht te begrijpen. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten bij metacommunicatie
Als je wilt metacommuniceren is het belangrijk dat je dit op een goede manier doet. Stel jezelf altijd drie vragen voordat je iets zegt:

  • Is de reactie (die ik wil geven) waar?
  • Is het aardig?
  • Is het nodig?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Congruentie wil zeggen dat denken-voelen en handelen op 1 lijn liggen. 
Wanneer dat niet zo is spreek je van incongruentie. 
De verbale communicatie (taalgebruik) komt dan NIET overeen met iemands non-verbale communicatie (lichaamstaal).

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel check
De basisbegrippen rondom communicatie zijn mij na deze les helder

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Ga naar It's learning-> Beroepsoriëntatie-> Bronnen->Leer-uitkomsten, doelen en leer-activiteiten->lees literatuur bij communicatie:
Week 1 én week 2




Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Bedankt voor jullie aandacht!  

Nog vragen? 


Slide 28 - Slide

This item has no instructions