stoornissen

Boek
Nu PEDAGOGISCH WERK
Didactiek
Communicatie
en Organisatie
hoofdstuk 6.5
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Boek
Nu PEDAGOGISCH WERK
Didactiek
Communicatie
en Organisatie
hoofdstuk 6.5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Eetstoornissen anorexia nervosa
  • Anorexia, is een eetstoornis waarbij de hele dag dwangmatig aan eten en gewicht gedacht wordt.
  • Ook al weegt men te weinig voor de lengte, men vindt en voelt zich te dik.
  • Afvallen is een obsessie -> bang om aan te komen.
  • Anorexia neemt het gehele leven in beslag, daardoor eenzaam en onbegrepen.

Slide 2 - Slide

symptomen:
• Uitputting.
• Een lage lichaamstemperatuur.
• Problemen met je hart en je bloedvaten.
• Botontkalking of osteoporose.
• Maag- en darmklachten .
• Afwijking in je hormonen waardoor bijvoorbeeld je menstruatie uitblijft.
• Een verminderde werking van je schildklier.
• Een verminderde stofwisseling.
• Huidproblemen.
Boulimia nervosa 
  • Is een eetstoornis waarbij constant op het gewicht en het lichaam gelet wordt. Mensen met deze eetstoornis denken aan bijna niets anders. De stoornis gaat vaak gepaard met hevige eetbuien.
  • Omdat men niet aan wilt komen, wordt er probeert om voedsel kwijt te raken: hevig te sporten.
  • vasten,
  • braken,
  • laxeermiddelen, klysma of plaspillen.

Slide 3 - Slide

Boulimia betekent letterlijk ‘honger als een rund’. Het woord ‘nervosa’ geeft aan dat die honger door iets geestelijks ontstaat. De oorzaak is dus niet lichamelijk, maar de gevolgen ervan wel. Bij boulimia is er meestal een normaal gewicht. Aankomen vind men verschrikkelijk, terwijl er toch regelmatig flinke eetbuien zijn.
Wat is het verschil tussen anorexia nervosa en boulimia nervosa?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Is Boulimia nervosa een eetstoornis?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Symptomen:
Slaapproblemen
Nachtmerries
Verlies van eetlust
Onverklaarbare lichamelijke pijn
Slechtere schoolprestaties
Gedragsveranderingen
Depressie bij kinderen
Een depressie kan voorkomen bij jongere kinderen. 
Van kinderen tussen de zes en twaalf jaar heeft 1 à 2% een depressie. 
In plaats van somber en futloos zijn depressieve kinderen vooral prikkelbaar en druk.

Slide 6 - Slide

Jongens worden daarbij eerder onhandelbaar en meisjes vertonen vaker terugtrekgedrag.
Het herkennen van een depressie bij kinderen is belangrijk. Net als bij volwassenen kan een depressie bij kinderen effectief met cognitieve gedragstherapie worden behandeld. Bij kinderen met een depressie zien we vaak gevolgen in het sociale leven (bijvoorbeeld minder vriendschappen) en de schoolprestaties (zoals onder het niveau presteren). Juist op jonge leeftijd is het dus belangrijk dat het kind lekker in zijn vel zit en zich volledig kan ontwikkelen. Als een depressie hierbij in de weg zit, vraagt dat om een aanpak waarbij meestal ook het gezin en/of de school bij betrokken zal worden.
gedragsmatig veranderingen:
  • verstijven
  • bevriezen
  • huilen
  • angstige situaties vermijden
  • opstandigheid en vragen naar geruststelling




Er zijn vele soorten angststoornissen met verschillende bijbehorende kenmerken.
Angststoornis 
lichamelijke klachten:
  • trillen
  • buikpijn
  • hoofdpijn



Cognitief: 
  • gedachten over vervelende dingen piekeren.



Slide 7 - Slide

Gegeneraliseerde angststoornis
Kinderen met een gegeneraliseerde angststoornis piekeren overmatig. Zonder dat daarvoor een aanleiding lijkt te zijn, maken ze zich zorgen over wat er in de wereld gebeurt, over huiswerk en schoolprestaties, vrienden, ziektes of een mogelijke echtscheiding van hun ouders. Ze kunnen die angstige gedachten niet stoppen, slapen vaak slecht en vragen veel geruststelling van hun ouders of opvoeders. Separatieangststoornis
Kinderen met een separatieangststoornis zijn bang zijn om mensen kwijt te raken, of om niet meer bij hun ouders te kunnen zijn. Vaak hebben ze last van heimwee en maken ze zich grote zorgen over de veiligheid en gezondheid van hun ouders. Kinderen met deze stoornis vermijden daarom situaties waarin zij van hun ouders gescheiden zijn. Ze gaan liever niet naar school of op schoolkamp en houden niet van logeerpartijtjes. Sociale angststoornis
Kinderen met een sociale fobie, beter bekend als de sociale angststoornis, hebben een aanhoudende angst om tekort te schieten in sociale situaties. Zij krijgen bijvoorbeeld last van hartkloppingen, trillingen, zweten, blozen, diarree en soms van een paniekaanval, wanneer zij in contact zijn met anderen of tijdens een spreekbeurt. Kinderen met een sociale angststoornis vermijden daarom sociale situaties met leeftijdgenoten. Paniekstoornis
Bij een paniekstoornis hebben kinderen regelmatig paniekaanvallen zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak. Die aanvallen bestaan uit bijvoorbeeld een versnelde hartslag, zweten, duizeligheid, flauwvallen, misselijkheid en soms ook doodsangst. Deze aanvallen zijn vaak zo vervelend dat er een angst voor de aanvallen bijkomt. Regelmatig ontstaat daarbij ook een specifieke angst voor drukke situaties, de zogenaamde agorafobie of pleinvrees. Lees ook over hyperventilatie
Specifieke fobie
Kinderen met een specifieke fobie ervaren angst voor een bepaald voorwerp of een bepaalde situatie. Iemand met een fobie heeft een sterke neiging de prikkel die de angst veroorzaakt uit de weg te gaan. De verschillende soorten specifieke fobieën zijn globaal onder te verdelen in: specifieke angst voor dieren
natuurverschijnselen zoals storm en overstroming
angst voor bloed
injecties of verwondingen 
angst voor specifieke situaties zoals bijvoorbeeld onbekend gezelschap.
Wat kunnen kenmerken zijn bij depressie bij kinderen

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Je merkt op dat een kind steeds erg angstig is. Bij welke bijkomende verschijnselen denk jij dat het beter is om professionele hulp in te schakelen?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Zij er vele soorten verschillende angststoornissen ?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke instanties kun je voor professionele hulp terecht?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions