10. Thema 2, week 1 Les 1a Familie en vrienden

de bruiloft
1 / 17
next
Slide 1: Mind map
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

de bruiloft

Slide 1 - Mind map

Lesdoel


Ik weet wat de woorden betekenen die ik vandaag leer.

Slide 2 - Slide

Onderstreep deze woorden in het verhaal

Slide 3 - Slide

de seksuele geaardheid
tot welk geslacht je je voelt aangetrokken.


In Nederland moet iedereen zich veilig voelen, ongeacht je ras, geloof of seksuele geaardheid.

Slide 4 - Slide

de heteroseksueel
(twee heteroseksuelen)
iemand die alleen verliefd
  wordt op iemand van het andere geslacht.


Ik ben heteroseksueel, want ik ben een vrouw en ik val op mannen. Mijn zoon is niet heteroseksueel.

Slide 5 - Slide

de homoseksueel
(twee homoseksuelen)
iemand die alleen verliefd
  wordt op iemand van hetzelfde geslacht.
Mijn zoon valt op mannen en hij is dus homoseksueel.

Slide 6 - Slide

de biseksueel
(twee biseksuelen)
iemand die op mannen en op
  vrouwen verliefd kan worden.
Als je op mannen en op vrouwen valt ben je biseksueel.

Slide 7 - Slide

de partner
(twee partners)
iemand
  met wie je samenwoont of getrouwd bent of iemand met wie je samenwerkt
Deze juf heeft geen partner, zij is gescheiden. Op mijn werk heb ik wel een partner, dat is meeste Christiaan.

Slide 8 - Slide

de verloofde
(twee verloofden)
iemand die beloofd heeft met iemand te gaan trouwen.
De vriend van Anja heeft haar ten huwelijk gevraagd, hij is nu haar verloofde.

Slide 9 - Slide

het huwelijk
(twee huwelijken)
als twee mensen met elkaar trouwen.
Het huwelijk van mijn oom en tante vindt plaats in het gemeentehuis.

Slide 10 - Slide

huwen
(huwde, is gehuwd)
werkwoord dat hetzelfde betekent als:
trouwen
Mijn oom en tante zijn nu gehuwd.

Slide 11 - Slide

de trouwring
(twee trouwringen)
een ring die mensen die getrouwd zijn dragen.


Sinds mijn oom en tante zijn nu getrouwd dragen ze trouwringen. Nu kan iedereen zien dat ze bij elkaar horen.

Slide 12 - Slide

de plechtigheid
(twee plechtigheden)
een ceremonie, bijvoorbeeld
  tijdens een huwelijk of begrafenis.


Op 4 mei is het dodenherdenking in Nederland., dan herdenken wij alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Deze plechtigheid vind ik altijd heel indrukwekkend.

Slide 13 - Slide

symboliseren
(symboliseerde, heeft
  gesymboliseerd)
 iets voorstellen of uitbeelden.


De uil symboliseert wijsheid.
Het symbool voor wijsheid is een uil.

Slide 14 - Slide

een bont gezelschap
Veel verschillende mensen bij elkaar.


Een bont gezelschap is een groep mensen met sterk uiteenlopende karakters, gedragingen, uitdossing

Slide 15 - Slide

TAAL
 Thema 2, week 1
Les 1a

OPGAVE 1 D



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link