H2 Samen met het buitenland 2.2 Meer of minder buitenlandse handel? (Plein M 4e editie)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom bij economie!

Hoofdstuk 2: Samen met het buitenland

2.2 Meer of minder buitenlandse handel?

Wat gaan we vandaag doen?

• Herhalen Theorie 2.1 Over de grens
• Theorie 2.2 Meer of minder buitenlandse handel?
  
• Zelfstandig aan het werk maken 
• Keuzeopdracht

Waar of niet waar?

Als Nederland producten of diensten aan het buitenland verkoopt, noemen we dit export

1. waar
2. niet waar

Welke van onderstaan is geen reden voor het importeren van producten voor Nederland?

1. producten in het buitenland worden goedkoper geproduceerd
2. producten hebben een betere kwaliteit
3. grondstoffen komen in ons land niet voor, bepaalde landbouwproducten kunnen in Nederland niet groeien
4. sommige producten mogen in Nederland niet verkocht worden

Wanneer spreken we van een open economie?

1. Als er sprake is van veel invoer en uitvoer
2. Als er sprake is van weinig invoer en uitvoer
3. Als een land meer importeert dan exporteert
4. Als een land meer exporteert dan importeert

Hoeveel miljoen is 738 miljard?

1. 738.000
2. 738.000.000
3. 738 miljoen
4. 738.000 miljoen

Herhalen 2.1

Lesdoelen:

Nu:

• kun je uitleggen waarom bedrijven producten naar het buitenland exporteren.√
• kun je uitleggen waarom we producten uit andere landen importeren.√
• kun je uitleggen waarom de handel met het buitenland voor Nederland belangrijk is.√
• kun je rekenen met miljoenen en miljarden.√

2.2 Meer of minder buitenlandse handel?

Lesdoelen:

Aan het einde van de les:

• kun je uitleggen hoe gebieden op de wereld steeds meer met elkaar verbonden raken;
• kun je uitleggen op welke manieren landen hun eigen bedrijven beschermen tegen buitenlandse concurrentie;

De wereld wordt kleiner

Gebieden op de wereld raken steeds meer met elkaar verbonden.

Dit noem je globalisering.

Door globalisering neemt de internationale handel toe.

Dat komt door:

• Internet – je kunt makkelijk goederen en diensten bestellen in het buitenland.
  
• Modern vervoer – producten kunnen snel en goedkoop vervoerd worden.
  

Samenwerking

Europese Unie:

Een groep Europese landen die op politiek en economisch gebied samenwerken.

Handelsbelemmeringen:

Maatregelen waarmee een regering bedrijven in het eigen land wil beschermen tegen concurrentie uit andere landen.

Invoerrechten:

Belasting die je aan de grens betaalt als je producten invoert.

Opgave 1 blz 54: Bekijk bron 9 en 10

Met welk transportmiddel worden de meeste goederen over de wereld vervoerd?

1. Bron 9
2. Bron 10

Opgave 2 blz 55:

a Hoe noem je de toenemende verbondenheid van gebieden op de wereld?

Opgave 3 blz. 55: Bekijk bron 11

a De volgende uitspraken gaan over bron 11. Kruis de juiste uitspraken aan.

1. Door globalisering kan Nederland meer produceren.
2. Door globalisering stijgen alle lonen in Nederland.
3. Door globalisering verandert de werkgelegenheid in Nederland.
4. Door globalisering dalen alle lonen in Nederland

Opgave 3 blz 55: Bekijk bron 11

3.b.2 Globalisering heeft voor Nederland:

1. meer voordelen dan nadelen
2. meer nadelen dan voordelen

Opgave 4 blz 56:

Welk transportmiddel kies je?

auto’s

1. vliegtuig
2. vrachtschip

Opgave 4 blz 56:

Welk transportmiddel kies je?

medische instrumenten

1. vliegtuig
2. vrachtschip

Zelfstandig aan het werk 

Opdracht: 

Maak nu zelfstandig opgave 1 t/m 7 op bladzijde 54 t/m 57. Je mag zachtjes overleggen. 

Schrijf de volledige antwoorden in je boek!

Hulp nodig? In deze volgorde: 

1. Boek

2. Klasgenoot

3. Docent

(de eerste 5 minuten help ik niet)

Je krijgt 15 minuten de tijd

Klaar? Lees de blauwe stukjes nog eens door. 

Ga verder met de keuze opdrachten van Hoofdstuk 2. 

Maak eventueel herhaling of verdieping om extra te oefenen. 

Welkom bij economie!

Hoofdstuk 2: Samen met het buitenland

2.2 Meer of minder buitenlandse handel?

Wat gaan we vandaag doen?

• Theorie 2.2 Meer of minder buitenlandse handel? afmaken. 
  
• Zelfstandig aan het werk maken tot en met vraag 11 ( in de les heb je tot en met vraag 9 af voordat je aan de keuze opdrachten gaat werken)

2.2 Meer of minder buitenlandse handel?

Lesdoelen:

Aan het einde van de les:

• begrijp je dat internationale handel kan leiden tot ruzie tussen landen.
• weet je dat landen afspraken maken om makkelijker met elkaar te kunnen handelen. 

Ruzie over de handel

Handelsbelemmeringen kunnen een handelsoorlog veroorzaken.

Dan hebben landen hebben ruzie met elkaar over de handel en voeren ze steeds meer handelsbelemmeringen in.

Gevolgen voor de consument:

• Buitenlandse producten worden duurder.
  
• De consument moet steeds hogere prijzen betalen.
  

Handel zonder hindernissen

Binnen de EU is er vrijhandel:

Dan mag je producten vrij in- en uitvoeren zonder dat je invoerrechten hoeft te betalen.

                 Dit zorgt voor meer import en export.

                 Bedrijven in de EU kunnen makkelijker met elkaar samenwerken.

                 Deze samenwerking zorgt voor meer welvaart.

Opgave 9 blz 57:

Leg uit waarom er weinig kans is op een handelsoorlog tussen landen in de
Europese Unie.

Opgave 10 blz 57:

a Wat is vrijhandel?

Afsluiting 2.2

Lesdoelen:

Nu:

• kun je uitleggen hoe gebieden op de wereld steeds meer met elkaar verbonden raken;√
• kun je uitleggen op welke manieren landen hun eigen bedrijven beschermen tegen buitenlandse concurrentie;√
• kun je hoe uitleggen hoe internationale handel kan leiden tot ruzie tussen landen;√
• kun je uitleggen dat landen afspraken maken om makkelijker met elkaar te kunnen handelen.√
  

Zelfstandig aan het werk 

Opdracht: 

Maak nu zelfstandig opgave 8 t/m 11 op bladzijde 58 t/m 59. Je mag zachtjes overleggen. 

Schrijf de volledige antwoorden in je boek!

Hulp nodig? In deze volgorde: 

1. Boek

2. Klasgenoot

3. Docent

(de eerste 5 minuten help ik niet)

Je krijgt 15 minuten de tijd

Klaar? Lees de blauwe stukjes nog eens door. 

Ga verder met de keuze opdrachten van Hoofdstuk 2. 

Maak eventueel herhaling of verdieping om extra te oefenen. 

Leg in je eigen woorden globalisering uit.

Geef een voorbeeld van een handelsbelemmering die de EU kan nemen.