This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
paragraaf 2.4
Wat doe jij voor het milieu?
Slide 1 - Slide
Leerdoelen § 2.4
Welke invloed jij als consument hebt op het milieu
hoe je de energiekosten van een huishouden berekent
wat voor maatregelen mogelijk zijn om het milieu te sparen
hoe je de nadelige gevolgen van milieuschade noemt
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog van paragraaf 2.3?
Slide 3 - Slide
Wat is een woningmarkt?
A
Waar je kijkt hoe duur de huizen zijn
B
Waar de totale vraag en aanbod van woningen samenkomt
C
Een straat met huizen die te koop staan
D
DE plek waar nieuwe huizen moeten worden gebouwd
Slide 4 - Quiz
Wat is huurtoeslag?
A
Een extra die je bovenop de huur moet betalen
B
Het bedrag aan huur wat je moet betalen
C
Een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen
D
Een lening voor de aankoop van een woning
Slide 5 - Quiz
Wat is een hypothecaire lening (of hypotheek)
A
Een lening die je afsluit voor de aankoop van meubels
B
Een lening die je afsluit voor de aankoop van een auto
C
Een lening die je afsluit voor de aankoop van een huis
Slide 6 - Quiz
Welke gemeentelijke belasting wordt alleen betaald door personen die een huis bezitten?
A
Afvalstoffenheffing
B
OZB
C
Waterschapsbelasting
D
Rioolheffing
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Video
Milieuschade
Milieuschade ontstaat wanneer ons gedrag negatieve gevolgen heeft voor het milieu.
Mensen veroorzaken milieuschade door:
vervuiling van lucht, water en bodem
energieverbruik
verbruik van grondstoffen
voedsel consumptie
afval
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Wie betaalt de rekening?
Vaste lasten
vaste kosten
variabele kosten
Betaal je altijd
hangt af van verbruik
- leveringskosten
- netbeheer
- bedrag per kWh
- bedrag per m3
- BTW / opslag
Slide 11 - Slide
Duurzame energie
De overheid stimuleert duurzame energie.
Dit doen ze bijv. door:
- Subsidie geven op de aanschaf van een zonneboiler of warmtepomp. - Energiebespaarlening.
- BTW op zonnepanelen kun je terugvragen.
Slide 12 - Slide
Maatschappelijke kosten
Alle nadelen die we als samenleving hebben, bijv. door milieuschade.
Slide 13 - Slide
Geluidsoverlast!
Luchtvervuiling!
Overlast voor dieren!
Geluidsschermen
Slide 14 - Slide
Noem een negatief gevolg voor het milieu van de stijging van het aantal auto’s.
Slide 15 - Open question
De overheid zorgt voor het milieu. Zo moet Maarten een verwijderingsbijdrage van acht euro betalen bij aankoop van zijn nieuwe tv.
Zullen door de invoering van de verwijderingsbijdrage de maatschappelijke kosten dalen, stijgen of gelijk blijven?
A
De maatschappelijke kosten dalen
B
De maatschappelijke kosten stijgen
C
De maatschappelijke kosten blijven gelijk
Slide 16 - Quiz
De maatschappelijke kosten van water uit flessen zijn hoog.
Noem een voorbeeld van maatschappelijke kosten van drinkwater uit flessen.
Slide 17 - Open question
Hieronder staan twee beweringen over de maatschappelijke kosten van het vliegverkeer. Geef van elke bewering aan of deze juist of onjuist is. 1 De maatschappelijke kosten van het vliegverkeer komen volledig ten laste van de consumenten van de vliegmaatschappijen. 2 De maatschappelijke kosten van het vliegverkeer komen volledig ten laste van de vliegmaatschappijen zelf.
A
1 = juist / 2 = juist
B
1 = juist / 2 = onjuist
C
1 = onjuist / 2 = juist
D
1 = onjuist / 2 = onjuist
Slide 18 - Quiz
Wat weet je nu
Je weet welke invloed jij als consument hebt op het milieu
Je weet hoe je de energiekosten van een huishouden berekent
Je weet wat voor maatregelen mogelijk zijn om het milieu te sparen
Je weet hoe je de nadelige gevolgen van milieuschade noemt