Les 2 Lezen 3F 4PW1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Les 2             Lezen 3F

Opbouw van deze les:

Doelen van deze les benoemen   (2 minuten)

Korte quiz over de theorie van vorige week   (5 minuten)

Instructie + oefening over tekststructuren  (8 minuten)

Zelfstandig werken --> Tijd goed besteden    (25 minuten)

Doelen van deze les:

*  Je kent de 3 leesstrategieën.

*  Je kent de 3 tekstdoelen en de kenmerken.  

*  Je weet (na vandaag) de 5 tekststructuren en je kunt voorbeelden noemen. 

Korte quiz

Tijd:   1 minuut per vraag

Noem 3 tekstsoorten.

Welke leesstrategieën ken je?

Wat is het tekstdoel van een stappenplan?

Wat staat er in een overtuigende tekst?

Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. Het is belangrijk dat je die herkent, omdat je daardoor de tekst beter begrijpt.

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?

Huizenprijzen zijn in 2020 toegenomen

1. probleem-en-oplossingstructuur
2. voor- en nadelenstructuur
3. verklaringstructuur
4. beschrijving

Verklaring: Het verschijnsel in Nederland is dat huizenprijzen fors zijn toegenomen.
Hoe kan dat? Het aanbod van huizen is weinig en de vraag naar huizen is groot.

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?

Groot tekort aan parkeerplekken bij het station

1. probleem-en-oplossingstructuur
2. voor- en nadelenstructuur
3. verklaringstructuur
4. beschrijving

Probleem: Er is een tekort aan parkeerplekken. Daardoor kunnen veel mensen hun auto niet parkeren.

Een oplossing kan zijn om mensen aan te sporen om de fiets te pakken naar het station of om de gemeente voor te stellen om van de parkeerplek een parkeergarage met meerdere verdiepingen te maken.

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?

Afstandsonderwijs demotiveert!

1. Probleem-en-oplossingstructuur
2. Verklaringstructuur
3. standpunt- argumentenstructuur
4. beschrijving

Mening: Sommige studenten vinden afstandsonderwijs prettig, want ze kunnen langer slapen of hoeven niet te reizen, waardoor zij meer tijd hebben om andere dingen te doen. Anderen vinden het niet prettig, omdat je thuis bijvoorbeeld snel wordt afgeleid.

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?

Is het handig om een griepprik te halen?

1. probleem-en-oplossingstructuur
2. verklaringsstructuur
3. beschrijving
4. voor-en-nadelenstructuur

Door in een tekst de voor-en-nadelen uit te werken, help je de lezer wellicht met het maken van een keuze. 

Ga aan de slag met:

1.  Lees zelfstandig:
Theorie 4 en 5 van Thema 1, hoofdstuk 1 Lezen

2. Maak daarna zelfstandig:

Opdrachten 5 t/m 8 van Thema 1, hoofdstuk 1 Lezen. 

Samenwerken bij opdracht 5 (in je groepje). 

Dit is tevens het huiswerk voor volgende week.    Heb je vragen? Stel ze gerust.