HV1 ch1 les 7 1C

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Qu'est-ce qu'on va faire?

- répéter la grammaire (lidwoorden / les articles)

- corriger les devoirs

- lire phrases clés I

- au travail

- vragen voor herkansing?

- francofolies

- Tâche

Qu'est-ce que vous avez appris?

- Wat hebben jullie de vorige keer geleerd?

Wat weet je er nog van?

corriger: exercices 31 t/m 33 (ensemble)

les phrases clés

- Prenez vos livres de texte à la page dix-neuf

- we gaan de zinnen samen doorlezen

- oefen daarna in tweetallen met de zinnen.

-Vul je eigen gegevens in.

Au travail!

Maak de opdrachten:

-34d (vul de woorden op de goede plaats in)

- 34e (welke vragen horen bij deze antwoorden?)

- 35 (maak de zinnen van rol B helemaal Frans (schrijf deze op in je schrift/op je iPad)

- 36 (Beantwoord de vragen, doe alsof je Jane/Victor bent)

l'interrogation écrite

Tips!

- bekijk de fouten uit het eerste SO goed. Snap je waarom iets fout was? Zo niet, vraag om verduidelijking.

- oefen eventueel op een andere manier (Slim stampen, Quizlet, laat je overhoren etc.)

- Hebben jullie nog tips voor elkaar?

Francofolies

- Wat is dat? / Qu'est-ce que c'est?

- Prenez page numéro 22

 - Quiz (20 sec per vraag)

1. La France a ...

1. 20 millions d'habitants
2. 60 millions d'habitants
3. 100 millions d'habitants

2. La capitale de la France est ...

1. Marseille
2. Lyon
3. Paris

3. La France a ...

1. un président
2. un roi
3. un prince

4. La Tour Eiffel mesure ...

1. 317 mètres
2. 439 mètres
3. 582 mètres

5. Quasimodo habite ...

1. Dans la cathédrale Notre-Dame de Paris
2. au Sacré Coeur
3. au Moulin Rouge

6. On parle français ...

1. en Belgique
2. en Italie
3. au Portugal

7. Un fromage français ...

1. le brie
2. le mozzarella
3. le gouda

8. La distance Amsterdam - Camargue est de ...

1. 700 kilomètres
2. 1200 kilomètres
3. 1800 kilomètres

Tâche (page 20 TB)

Wat leer je?

Je gaat een inschrijfformulier invullen waarin je iets vertelt over jezelf: je naam, telefoonnummer, leeftijd en waar je woont. 

 

Tâche

Étape 1: orientatie (orientation)

Étape 2: voorbereiden (préparation)

Étape 3: uitvoering (réalisation)

Étape 4: evaluatie (évaluation)

Les devoirs pour lundi

- faire 34, 35, 36, 40, tâche étape 2+3

- apprendre: voca (E+F)G +grammaire H + phrases clés I