This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Planning vandaag/deze week:
Hoofdstuk 3 leesvaardigheid blz. 72 t/m 77
Slide 2 - Slide
Hoofdstuk 3
Ik kan:
een tekst precies lezen.
de hoofdgedachte van een tekst bepalen.
de inleiding en het slot van een tekst herkennen.
Slide 3 - Slide
Een tekst bestaat vaak uit drie delen
Inleiding - middenstuk - slot.
In het middenstuk staat de meeste informatie (kern).
Slide 4 - Slide
Inleiding
Hierin wordt duidelijk wat het onderwerpvan een tekst is
Je vindt hier vaak een voorbeeld, een grappig verhaaltje (anekdote)
De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt naar de rest van de tekst
Kan uit meerdere eerste alinea's bestaan!
Slide 5 - Slide
Slot
Het laatste deel van een tekst.
Je vindt hier een conclusie of samenvatting.
Er kan naar de toekomst gekeken worden.
Er kan aangehaakt worden bij de inleiding.
Slide 6 - Slide
Hoofdgedachte
De inhoud van de tekst samengevat in één volledige zin.
De zin geeft antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?
Hoe vind je de hoofdgedachte?
Staat meestal in de inleiding of het slot.
Soms vind je de hoofdgedachte letterlijk in de tekst en soms moet je deze zelf formuleren.
Je vindt de hoofdgedachte door de tekst precies te lezen.
Slide 7 - Slide
Wat gaan we nu doen?
We maken de uitgedeelde oefening alleen of in duo's.
We kijken deze oefening samen na.
Als je klaar bent, begin je / ga je verder met het huiswerk
opdracht 1, 2, 3 en 4 (blz. 72 t/m 77)
timer
20:00
Slide 8 - Slide
Evaluatie
Wat was het doel van deze les?
Slide 9 - Slide
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? Het was een mooie vakantie. Met de auto zijn we naar een huisje in Spanje gereden. Dit huisje had een zwembad en stond tegenover het strand. We zaten dicht bij een stad en het was heel warm en zonnig weer. We hebben ook veel gezwommen en ijsjes gegeten. Het was heel erg leuk.
Slide 10 - Open question
Wat vind je niet in een inleiding?
A
het onderwerp van de tekst
B
een anekdote (grappig verhaaltje)
C
bijzondere situatie
D
conclusie
Slide 11 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
een paar gedachten over het onderwerp
B
het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat