4M T4BS4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Welkom

Wat gaan we doen?

Doel: Je kan het planten en dierenrijk indelen in verschillende groepen

Kenmerken van planten

Het dierenrijk

Aan de slag

Geleedpotigen en gewervelden

Afsluiten

Je ziet afbeeldingen van cellen.

Welke cel hoort bij welk rijk.

Kijk goed naar de kenmerken.

Schimmels

Planten

Bacteriën

Dieren

Welke uitspraak over eukaryoten is juist?

1. Eukaryoten zijn altijd eencellig
2. Eukaryoten zijn altijd meercellig
3. Eukaryoten hebben een celkern
4. Eukaryoten hebben geen celkern

Sommige schimmels en bacteriën maken ons ziek. Andere zijn nuttige reducenten. Wat zijn reducenten?

Ik ben een plant zonder vaten. Daardoor blijf ik maar klein. Wel heb ik wortels stengels en bladeren. Wat ben ik?

1. Een wier
2. Een mos
3. Een varen
4. Een paardenstaart

Ik ben een plant met vaten. Ik plant mijzelf voort met sporen, die in sporendoosjes (sporenvormende orgaantjes) zitten.
Wat ben ik?

1. Een wier
2. Een mos
3. Een varen
4. Een paardenstaart

Ik ben een vaatplant, maar kan mijzelf niet met sporen voortplanten. Veel soorten die in mijn groep zitten, maken vruchten.
Wat ben ik?

1. Een alg
2. Een mos
3. Een varen
4. Een zaadplant

Het dierenrijk

Indelen door eigenschappen

Symmetrie

Skelet

7 stammen van het dierenrijk

Sponzen

Neteldieren

Geleedpotigen

Stekelhuidigen

Wormen

Weekdieren

Gewervelden

Sponzen

Neteldieren

Wormen

Stekelhuidigen: zeeegel

Stekelhuidigen: zeester

geleedpotigen

Weekdieren

Gewervelden

Gewervelden zijn de groep dieren die een wervelkolom hebben (prikken, vissen, amfibieën, reptielen, vogels en de zoogdieren).

Tekst

Hierboven staan  4 stammen van het dierenrijk. Onder staan een aantal dieren weergegeven. Sleep de dieren naar de juiste stam.

Neteldieren

Stekelhuidigen

Geleedpotigen

Sponsdieren

Asymetrisch

Veelzijdig symetrisch

Tweezijdig symetrisch

Geleed-potige

Netel-dieren

Week-dieren

Gewervelde dieren

Sponzen

Stekelhuidigen

Wormen

Aan de slag

Wat? Maak opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 8 van T4 BS4

Hoe? 5 minuten voor jezelf, in stilte. Daarna mag je samenwerken

Hulp? Gebruik de schema's en de teksten. Stel je vragen

Tijd? 15 minuten

Klaar? Kijk de opdrachten van basisstof 1, 2 en 3 na (zie studiewijzer)