Daarnaast heb je nog de urineleider, blaas en urinebuis
Vertel welke functies de onderdelen hebben.
Nierschors
Zuivert bloed.
De afvalstoffen, overtollig water en zouten en allerlei schadelijke stoffen worden uit het bloed gehaald.
Niermerg
Zuivert bloed.
De afvalstoffen, overtollig water en zouten en allerlei schadelijke stoffen worden uit het bloed gehaald.
Nierbekken
Hier worden de stoffen verzameld. De stoffen samen heten urine
Urineleider
via het nierbekken komt de verzamelde urine in de urineleider. Het wordt afgevoerd naar de urineblaas. Daar wordt het opgeslagen zodat je niet elk moment naar de w.c. moet.
Urinebuis
Als de urineblaas vol zit, krijg je aandrang om te plassen.
Via de urinebuis (de plasbuis) verlaat de urine je lichaam.
Het gezuiverde bloed komt via de nierader terecht in de bloedsomloop.
Het bloed behoudt de bloedcellen en voldoende vocht.
Slide 7 - Slide
Filteren
Nieren filteren per dag 200 liter vocht
99% komt weer terug in de bloedsomloop
Bij vocht te kort heb je donkere urine
Bij veel drinken is je urine licht van kleur
Bekijk je ochtendurine, hoe ruikt urine soms?
Stinkt! er zitten namelijk heel veel afvalstoffen in. Je hebt namelijk 8 uur lang niet gedronken. Het is dus goed om wel te drinken in de ochtend
Slide 8 - Slide
Wat doen de nieren?
A
Afvalstoffen uit het bloed halen
B
Zuurstof aan het bloed toevoegen
C
Voedingstoffen aan het bloed toevoegen
D
Koolstofdioxide verwijderen
Slide 9 - Quiz
Hoe krijgen de nieren zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten
Slide 10 - Quiz
Waar wordt urine verzameld?
A
Nierschors
B
Nierbekken
C
Niermerg
D
in de lever
Slide 11 - Quiz
Afvalstoffen, overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen worden uit het bloed gehaald. Hoe noem je dat proces?
A
schoonmaak
B
filteren
C
dialyse in je lichaam
D
trombose
Slide 12 - Quiz
Welke onderdelen filteren het bloed niet?
A
Nierschors
B
Niermerg
C
Nierbekken en urineleider
D
Nieren filteren geen bloed
Slide 13 - Quiz
Wat zijn de "zuiveringsinstallaties" van je lichaam?
A
Lever en maag
B
Lever en nieren
C
Maag en nieren
D
Lever, maag en nieren
Slide 14 - Quiz
Hoe heet orgaan nummer 10?
A
slokdarm
B
lever
C
nieren
D
maag
Slide 15 - Quiz
De nieren horen bij het
A
Verteringstelsel
B
Uitscheidingstelsel
C
orgaan
D
Zenuwstelsel
Slide 16 - Quiz
Welk orgaan is het meest getransplanteerd in 2015?
A
Nieren
B
Hart
C
Long
D
Lever
Slide 17 - Quiz
Hoeveel urine ontstaat er per dag in je nieren?
A
5 liter
B
1.5 liter
C
2.5 liter
D
3 liter
Slide 18 - Quiz
Welke organen zorgen ervoor dat de alcohol in je lichaam afgebroken wordt?
A
Darmen
B
Lever
C
Nieren
D
Slokdarm
Slide 19 - Quiz
Je nieren halen 3 soorten afvalstoffen uit het bloed welke?
A
Oude rode bloedcellen
B
koolstofdioxide
C
giftige stoffen
D
water
Slide 20 - Quiz
De nieren liggen.....
A
Laag in de buikholte
B
In het midden van de buikholte
C
Hoog in de buikholte
D
In de borstholte
Slide 21 - Quiz
Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten het lichaam zijn gekomen. Door welke delen zijn de bacteriën achtereenvolgens gekomen?
A
nierbekken - urinebuis
– urineblaas – urineleider
B
urineblaas - urinebuis
– urineleider – nierbekken
C
urineleider – urineblaas
– urinebuis – nierbekken
D
urinebuis – urineblaas
– urineleider – nierbekken
Slide 22 - Quiz
Wat zijn de functies van je nieren?
A
Geven een signaal af als je blaas vol is en dan moet je plassen.
B
bloed filteren en urine maken
C
afbreken alcohol en medicijnen
D
opslaan van eiwitten en glucose
Slide 23 - Quiz
wat is de functie van de urineblaas
Slide 24 - Open question
wat is de functie van de nierbekken
Slide 25 - Open question
wat is de functie van de nierschors en Niermerg
Slide 26 - Open question
Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4
Slide 27 - Drag question
Nierschors
Nierbekken
Nierbekken
Nierader
Nierslagader
Slide 28 - Drag question
Hieronder zie je een doorsnede van een nier.
Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
nierbekken
nierschors
niermerg
urineleider
nierslagader
nierader
Slide 29 - Drag question
Tekst
Blaas
Urineleider
Nier
Aorta
Holle ader
Slide 30 - Drag question
Afvalstoffen volgen een weg door het lichaam.
Zet de delen waar deze afvalstoffen langsgaan in de juiste volgorde.
Zet het deel waar de afvalstoffen als eerste komen bovenaan.
1
2
3
4
5
6
urine blaas
urine leider
Urine buis
nierslagader
aorta
nier
Slide 31 - Drag question
Opdracht 30. werkboek blz 117 1 zal de hoeveelheid urine in zoń natte periode toenemen?
Slide 32 - Open question
Opdracht 30. werkboek blz 117 Welk van de genummerde delen is de urineblaas?
Slide 33 - Open question
Opdracht 30. werkboek blz 118 is deze vloeistof bloed? leg je antwoord uit