Possessives


Possession
Bezit
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Possession
Bezit

Slide 1 - Slide

Kijk naar de filmpjes op de volgende 2 slides:

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

 aantekening: possessive 's
Om bezit aan te geven gebruik je 's

Het boek van Jamie - Jamie's book (persoon)
De wol van de schapen - the sheep's wool (dier)


Je gebruikt 's om bezit aan te geven van:
een persoon of een dier


Slide 5 - Slide

Aantekening: possessive '

Als het woord in het meervoud al eindigt op een -s zet je er alleen ' achter:

Het boek van mijn zussen - My sisters' book
Het boek van mijn broers - My brothers' book
Het boek van mijn ouders - My parents' book



Slide 6 - Slide

Choose the correct one:
Dit is het boek van mijn zussen.
A
This is my sisters' book
B
This is my sister book's
C
This is my sisters's book
D
This is my sisters book

Slide 7 - Quiz

Choose the correct option:
Dat is de telefoon van Sami
A
That is Samis phone
B
That is Sami's phone
C
That is Samis' phone

Slide 8 - Quiz

Choose the correct option:
Dat zijn de schoenen van mijn ouders
A
Those are my parents shoes
B
Those are my parents's shoes
C
Those are my parents' shoes
D
Those are the shoes of my parents

Slide 9 - Quiz

Choose the correct option:
Dit zijn de voeten van Michael
A
These are Michaels' feet
B
These are Michael's feet
C
These are Michaels feet
D
These are the feet of Michael

Slide 10 - Quiz

Choose the correct option:
Dat is het boek van Tess
A
that is Tess's book
B
that is Tess book
C
that is Tes'ss book

Slide 11 - Quiz


aantekening: of 

Of the gebruik je als iets van een ding of van een  plaats is:
De president van de VS - the president of the United States 
De hoofdstad van Duitsland - capitol of Germany
De dop van de fles - the cap of the bottle
De schrijver van dit boek - the writer of this book

Slide 12 - Slide

Choose the correct option:
De ramen van het huis
A
the windows of the house
B
the house's windows
C
the house' windows

Slide 13 - Quiz

Choose the correct option:
De kleuren van de muren
A
the wall's colours
B
the colours of the walls
C
the walls' colours

Slide 14 - Quiz

Choose the correct one:
Het dak van het huis
A
the roof of the house
B
The house's roof
C
the houses' roof

Slide 15 - Quiz

Homework
Make Unit 2 , lesson 5, exercises 2, 3, 5, 6, 8 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Upload hier de foto of screenshot van het resultaat van je opdracht:

Slide 18 - Open question

Open de site op de volgende slide en maak de opdracht.
Maak een foto of screenshot van het resultaat

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Upload hier de foto of screenshot van het resultaat van de opdracht:

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide