Week 3 medicijnen toedienen

Medicatie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Medicatie

Slide 1 - Slide

Leerdoel 1
De leerling legt uit welke toedieningsvormen er zijn

Slide 2 - Slide

Wie schrijft medicatie voor?
A
Verpleegkundige
B
Arts
C
Homeopaat
D
Apothekers-ass.

Slide 3 - Quiz

Opname van een geneesmiddel noemen we...
A
Excretie
B
Metabolisme
C
Distributie
D
Absorptie

Slide 4 - Quiz

Hoe noem je het als twee medicijnen elkaar beïnvloeden?
A
Gewenning
B
Interactie
C
Allergie
D
Verslaving

Slide 5 - Quiz

Farmacokinetiek
Farmacodynamiek
Beschrijft wat er in het lichaam met het medicijn gebeurt
Beschrijft wat het medicijn met het lichaam doet

Slide 6 - Drag question

Welke vragen stel jij jezelf bij de 5x juist regel?

Slide 7 - Open question

Welke toedieningsvormen van medicijnen ken je?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Medicatie die oraal of rectaal wordt ingenomen noemen we een ....... toediening
A
Enteraal
B
Parenteraal

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Medicijnen die per injectie worden toegediend noemen we ....... toediening.
A
Enteraal
B
Parenteraal

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Medicatie dat op de huid wordt aangebracht, zoals zalf, noemen we..
A
transdermaal
B
sublinguaal
C
dermaal of cutaan
D
oraal of per os

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Meneer Jansen heeft een longontsteking met vastzittend taai slijm. Welke medicatie geef jij aan meneer?
A
Antibiotica en antitussiva
B
Antibiotica en inhalatietherapie
C
Alleen antibiotica
D
Antibiotica en expectorantia

Slide 24 - Quiz

Opdracht
Werk de medicijnen van 3 zorgvragers uit
Werking / waarom voorgeschreven / werkt het bij de zv?
Bijwerkingen (belangrijkste)
Manieren van toediening
Interactie tussen de medicatie


Slide 25 - Slide