H2.9: Isolijnen op de kaart

Herhaling 2.8: 
Landschappen in Nederland
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling 2.8: 
Landschappen in Nederland

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat voor soort
landschap zie
je hier?
A
Zeekleilandschap
B
Zandlandschap
C
Rivierlandschap
D
Cultuurlandschap

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Waar staan de letters NAP voor?

Slide 4 - Open question

normaal amsterdams peil
Hier vind je weinig/geen afzettingen van rivieren en van de zee.
A
Hoog NL
B
Laag NL

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Als je een huis gaat bouwen op welke soort grond kun je dit het beste doen?
A
Zand
B
Löss
C
Klei
D
Veen

Slide 6 - Quiz

combineert eigenschappen van klei en zand
Als je groente gaat verbouwen op welke soort grond kun je dit het beste doen?
A
Zand
B
Löss
C
Klei
D
Veen

Slide 7 - Quiz

combineert eigenschappen van klei en zand
Wat voor soort
landschap
zie je hier?
A
Rivierlandschap
B
Veenlandschap
C
Duinlandschap
D
Zeekleilandschap

Slide 8 - Quiz

veluwe
Als je turf wilt steken, bij welke grondsoort moet je dan zijn?
A
Zand
B
Löss
C
Klei
D
Veen

Slide 9 - Quiz

combineert eigenschappen van klei en zand
H2.9: Isolijnen op de kaart

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kent verschillende manieren om het reliëf te meten.
  • Je weet waarvoor isolijnen op kaarten gebruikt worden.
  • Je kunt een kaart met isolijnen aflezen en tekenen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Reliëf
Hoogtelijnen

Dichter bij
elkaar is steil

Atlas: kleuren
geven hoogte
aan



= hoogteverschillen in het landschap

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Isolijnen 
Isos = gelijk

Hoogte of diepte is meetbaar:
GPS
Echo
verbinden punten met dezelfde waarde

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Isobaren
Luchtdruk

Dicht bij elkaar =
het waait hard

Temperatuur
Neerslag
Lijnen die punten van gelijke druk met elkaar verbinden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kent verschillende manieren om het reliëf te meten.
  • Je weet waarvoor isolijnen op kaarten gebruikt worden.
  • Je kunt een kaart met isolijnen aflezen en tekenen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Isolijnen kunnen elkaar kruisen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoe dichter de lijnen bij elkaar liggen des te steiler het is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoe dichter de lijnen bij elkaar liggen des te harder het waait.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag
2.8:                                      2.9:
MH : 1, 2, 3, 7 t/m 14     MH: 2, 5, 6, 7, 9, 11, 12
HV : 3 t/m 9                     HV: 1 t/m 6

Hoe: Overleggen met je buur
Tijd: Bezig tot 5 min voor het einde van de les.
Uitkomst: Volgende week af. In de les niet af = huiswerk.
Vragen: Lees de paragraaf, daarna docent vragen.
Klaar: Antwoordenblad ophalen of aan de slag met een ander vak

Controle:
MH 2.6: 3, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 14, 15
        2.7: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 13, 16

HV 2.6: 1, 3, 5, 6, 7
        2.7: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions