Les na de vakantie + 6.4

Welkom terug!
Hoe was jullie vakantie?
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom terug!
Hoe was jullie vakantie?

Slide 1 - Slide

Lesplanning
* Kennen we het nog? Quiz van 6.1 t/m 6.3. 
* Starten met 6.4 

Slide 2 - Slide

Wat is geen spanningsbron
A
stopcontact
B
accu
C
computer
D
dynamo

Slide 3 - Quiz

Spanning is een grootheid.
Wat is het symbool voor spanning?
A
U
B
V
C
u
D
A

Slide 4 - Quiz

De spanning
Noteer de eenheid van de spanning
A
Volt
B
Ampère
C
Ohm
D
Watt

Slide 5 - Quiz

2 kV = ... V
A
20
B
0,2
C
200
D
2000

Slide 6 - Quiz

Wat geeft de
voltmeter
nu aan
A
0 Volt
B
60 Volt
C
30 Volt
D
50 Volt

Slide 7 - Quiz

Een stroomkring is .......
A
Dat er stroom kan lopen van - naar +
B
Dat er stroom kan lopen van x naar y
C
Dat er stroom kan lopen van y naar x
D
Dat er stroom kan lopen van + naar -

Slide 8 - Quiz

Als een stroomkring wordt gesloten, gaat een lampje in die stroomkring aan.
A
waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Deze stroomkring is ..........
A
gesloten
B
verbonden
C
open
D
ongeschakeld

Slide 10 - Quiz

Een schakelschema is ... ?
A
Een tekening van een schakeling
B
Een tekening van een stroomkring, waarin onderdelen zijn vervangen door symbolen
C
Bestaat uit een lamp, een draad een batterij en een schakelaar

Slide 11 - Quiz

Welke onderdelen heeft deze stroomkring?
A
Batterij, lampje, snoer.
B
Batterij, 2 lampjes en snoeren.
C
Batterij, een voltmeter en een lampje.
D
Batterij, voltmeter, ampèremeter en een lampje.

Slide 12 - Quiz

De stroomsterkte
Noteer het symbool van de stroomsterkte
A
U
B
I
C
R
D
P

Slide 13 - Quiz

De stroomsterkte
Noteer de eenheid van de stroomsterkte
A
Volt
B
Ampère
C
Ohm
D
Watt

Slide 14 - Quiz

Reken om 300 mA naar A
A
0,3
B
3
C
30 000
D
300 000

Slide 15 - Quiz

Waarmee meet je de stroomsterkte?
A
Voltmeter
B
Amperemeter
C
Thermometer
D
megameter

Slide 16 - Quiz

Wat betekent 'in serie schakelen'?
A
Onder elkaar zetten
B
Achter elkaar zetten
C
Op elkaar leggen

Slide 17 - Quiz

Is dit een serie- of parallelschakeling?
A
serie
B
parallel

Slide 18 - Quiz

Stopcontacten in huis zijn in serie geschakeld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

De spanning in een serie-schakeling
A
Is overal gelijk
B
Verdeelt zich

Slide 20 - Quiz

Als je batterijen in parallel schakelt dan mag je de spanning optellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

6.4 
Veiligheid

Slide 22 - Slide

Leerdoelen §6.4
Je leert hoe je in huis veilig met elektriciteit omgaat. 
Aan het einde van de les kun je: 
* onderdelen van de meterkast noemen en uitleggen waar ze voor dienen. 
* uitleggen hoe kortsluiting en overbelasting ontstaat
* uitleggen wat een lekstroom is
* uitleggen waar een aardleiding toe dient

Slide 23 - Slide

OPDRACHT
- Lees zelfstandig paragraaf 6.4
- zoek de betekenis op van de begrippen: overbelasting, kortsluiting, zekering  en schrijf deze op in eigen woorden
- Je krijgt 7 minuten de tijd, hierna vraag ik een aantal om uit te leggen.
- klaar? lees het nog een keer  en kijk eens naar de andere begrippen ;)
timer
7:00

Slide 24 - Slide

Meterkast
Hiernaast zie je de onderdelen van een meterkast. 
De volgende onderdelen moet je kennen:
  • Hoofdkabel 
  • Een groep
  • kWh-meter
  • Zekering
  • Aardlekschakelaar
  • Testknop

Slide 25 - Slide

Groepen
Een aantal stopcontacten en lichtpunten zitten samen op één groep. Vanuit de meterkast loopt er een aparte leiding voor elke groep

Slide 26 - Slide

Energiemeter / kWh-meter

Een energiemeter geeft het aantal verbuikte kWh door aan het energiebedrijf. Het kan ook zijn dat je het zelf door moet geven. 

Slide 27 - Slide

Kortsluiting

Slide 28 - Slide

Overbelasting

Slide 29 - Slide

(Groeps)zekering
Voor elke groep is er een aparte zekering. Deze schakeld automatisch de groep uit bij kortsluiting of overbelasting.

Slide 30 - Slide

Lekstroom
Als je een schok krijgt van een apparaat, dan loopt de stroom via jou naar de aarde. Soms loopt de stroom ook via een ander apparaat. In deze gevallen is er sprake van lekstroom.

Slide 31 - Slide

Aardlekschakelaar
Er zijn maximaal 4 groepen aangesloten op de aardlekschakelaar. Als er in één van deze groepen een lekstroom is worden alle groepen uitgeschakeld.

Slide 32 - Slide

6.4 veiligheid
Symbool dubbele 
isolatie

Slide 33 - Slide

Randaarde/ aardleiding

extra beveiliging tegen lekstroom. 
Dit draad is rechtstreeks verbonden met de aarde. 

Slide 34 - Slide

Aan de slag
Huiswerk voor volgende week donderdag:
Maken §6.4 opgave 39, 40, 42, 44, 45 en 48

Slide 35 - Slide