§2.3 Lezen

§2.3 Lezen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§2.3 Lezen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je leert
• wat een informatieve tekst is;
• verschillende soorten interviewverslagen herkennen;
• functies van de inleiding en het slot benoemen;
• het samenvattend tekstverband herkennen.

Slide 2 - Slide

Informatieve tekst
Hoofddoel: de lezer informeren, zonder mening van de schrijver.
Tekstvormen: nieuwsbericht, sportverslag, interviewverslag, lemma in een encyclopedie, schoolboektekst, wetenschappelijk artikel, handleiding. 

Je vindt in een informatieve tekst vooral feitelijke informatie:
- een beschrijving van gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden.
- informatie over dingen die werkelijk bestaan.
- kennis die door waarneming of onderzoek is verkregen. 
- Uitleg die je kunt uitvoeren. 

Slide 3 - Slide

Welke soort feitelijke informatie hoort bij een tekst in een encyclopedie?
A
Gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden
B
Dingen die echt bestaan
C
Kennis door waarneming of onderzoek
D
Uitleg die je kunt uitvoeren

Slide 4 - Quiz

Welke soort feitelijke informatie hoort bij een sportverslag?
A
Gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden
B
Dingen die echt bestaan
C
Kennis door waarneming of onderzoek
D
Uitleg die je kunt uitvoeren

Slide 5 - Quiz

Welke soort feitelijke informatie hoort bij een nieuwsbericht?
A
Gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden
B
Dingen die echt bestaan
C
Kennis door waarneming of onderzoek
D
Uitleg die je kunt uitvoeren

Slide 6 - Quiz

Welke soort feitelijke informatie hoort bij een recept?
A
Gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden
B
Dingen die echt bestaan
C
Kennis door waarneming of onderzoek
D
Uitleg die je kunt uitvoeren

Slide 7 - Quiz

Welke soort feitelijke informatie hoort bij een schoolboektekst bij geschiedenis?
A
Gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden
B
Dingen die echt bestaan
C
Kennis door waarneming of onderzoek
D
Uitleg die je kunt uitvoeren

Slide 8 - Quiz

Een informatieve tekst is ...
A
Een tekstvorm
B
Een tekstsoort

Slide 9 - Quiz

Wat denk je dat een letterlijk interviewverslag is?

Slide 10 - Open question

Interviewverslag
= een verslag van een vraag- en antwoordgesprek

Kan op twee manieren geschreven worden:
- Een letterlijk interviewverslag (vragen en antwoorden zo letterlijk mogelijk, maar kort passages in en laat onbelangrijke details weg)

- Een samenvattend interviewverslag (vragen zijn weggelaten, antwoorden zijn gedeeltelijk in eigen woorden samengevat, afgewisseld met letterlijke uitspraken van de geïnterviewde persoon)

Slide 11 - Slide

Letterlijk interview-
verslag
Samenvat-
tend 
interview-
verslag

Vragen en en antwoorden zo letterlijk mogelijk .

Antwoorden zijn gedeeltelijk in eigen woorden samengevat.

De vragen zijn weggelaten.

Passages zijn ter wille van de leesbaarheid ingekort.

Er staan lettelijke uitspraken van de geïnterviewde persoon in.

Onbelangrijke details zijn weggelaten.

Slide 12 - Drag question

De inleiding heeft een doel of functie
  • Aandacht trekken van de lezer (zodat deze verder gaat lezen), of
  • onderwerp noemen of beschrijven, of
  • aanleiding noemen  (waarom de schrijver deze tekst heeft geschreven), of
  • centrale vraag stellen, of
  • mening geven van de schrijver (bij betogende tekst), of
  • samenvatting geven (bij nieuwsbericht)

Slide 13 - Slide

Ook een slot heeft een functie:
  • een conclusie geven 
  • let op signaalwoorden: 'dus', 'daarom', 'dan ook': deze geven een concluderend tekstverband weer

  • een samenvatting geven van het belangrijkste uit de tekst 
  • let op signaalwoorden voor samenvattend tekstverband: 'kortom', 'samenvattend'
  • een advies geven, herkenbaar aan zinnetjes als 'Het is beter..' of 'Het is raadzaam om ..'
  • een toekomstverwachting uitspreken 

Slide 14 - Slide

Plenda HT2S
Maandag 25 november
Nederlands
Maken: §2.3, opdr. 5 t/m 8 en 13 t/m 16
Al klaar? Kijk eens kritisch naar je antwoorden! Wat snap je eigenlijk nog niet? Stel vragen! 

Slide 15 - Slide

Plenda V2H
Maandag 25 november
Nederlands
Maken: §2.3, opdr. 4 t/m 8, 13 t/m 16 
Klaar? Kijk eens kritisch naar je antwoorden! Wat snap je eigenlijk nog niet? Stel vragen! 

Slide 16 - Slide