Pecha Kucha Dia 8,9,10

Lekker lezen; Fictie KLAS 3
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lekker lezen; Fictie KLAS 3

Slide 1 - Slide

Lekker lezen personages
Let tijdens het lezen deze keer op de personages waar je in dit gedeelte over leest. Maak aantekeningen. 

Slide 2 - Slide

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Lekker lezen
Over welke personages heb je vandaag gelezen?

Slide 4 - Slide

Personages
Doel:
Je weet welke personages er zijn
Je weet hoe je ze kunt herkennen
Je weet hoe je ze kunt beschrijven

Slide 5 - Slide

Personages
Hoofdpersoon -bijfiguren

  • Meestal één hoofdpersoon. Maar soms ook meer. 

Slide 6 - Slide

Hoofdpersoon

  • Belangrijkste personage 
  • Wordt uitgebreid beschreven: je leest wat deze persoon denkt en voelt.
  • Heeft meestal een probleem of opdracht in het verhaal dat opgelost of volbracht moet worden. 

Slide 7 - Slide

Bijfiguren

  •  minder belangrijk
  • Karakter wordt minder uitgebreid beschreven
  • helper/ tegenstander/ ...

Slide 8 - Slide

Personages beschrijven
  • uiterlijk
  • belangrijke kenmerken (gezondheid,  leeftijd, geslacht,..)
  • karaktereigenschappen
  • relaties met andere personen

Slide 9 - Slide

sociaal – op zichzelf  
voorzichtig – avontuurlijk  
gevoelig – bot  
serieus – zorgeloos  
somber – vrolijk  
volgzaam – opstandig  
dromerig – nuchter  
moedig – neemt geen risico 

Slide 10 - Slide

Tijd in verhalen 
  1. De tijd waarin een verhaal zich afspeelt.
  2. De vertelde tijd binnen een verhaal. 


Slide 11 - Slide

In welke tijdsperiode speelt het verhaal zich af?
Er zijn verschillende manieren hoe een schrijver kan laten zien in welke tijd het verhaal speelt

1) Door een jaartal te noemen. 
2) Door bekende personen van vroeger in het verhaal te laten voorkomen. 
3) Door te vertellen over bekende gebeurtenissen uit het verleden. 
4) Door te vertellen over gebruiken, gewoontes, voorwerpen, kleding en eten uit de tijd van het verhaal. 
 

Slide 12 - Slide

Virginia schoof haar mobiel over de tafel naar Jill en liet 
het filmpje afspelen. Het gehuil van het jongetje, het 
geschreeuw van de hooligans, het roepen van de angstige 
treinpassagiers, zelfs het geluid van iemand die werd 
geslagen, klonk blikkerig door de keuken. 
Jill staarde naar het schermpje. ‘Heb jij ook gefilmd …’ 
begon ze. 

Ze viel stil, legde haar sigaret weg op de rand van de 
asbak, boog zich dieper over het kleine scherm, en tuurde 
ingespannen. Aan het verstrakken van haar kaken zag Virginia 
dat ze hem herkende. Haar Tonny. Tonny de hooligan, die 
zijn zoon toeknikte, terwijl die een conducteur bijna 
doodtrapte. 

Slide 13 - Slide

In welke tijd speelt dit verhaal zich af? Waaraan zie je dit?


Slide 14 - Open question

Eva probeert op de wekker te kijken. Ze schrikt van stemmen op straat.
‘Daar … daar gaan ze. Allemaal Duitse vliegtuigen!’ roept iemand.
‘Het is zover!’ klinkt een vrouwenstem. ‘Mijn God, het is zover. We zijn verloren!’
De slaapkamerdeur gaat open. Daar staan papa en mama, hand in hand.
‘Lieve schatten. Het is oorlog. De Duitsers zijn vannacht Nederland binnengevallen.
Tien mei is het. Bijna Pinksteren.’ Papa heeft tranen in zijn ogen.
‘Hoor, onweer’, zegt Lisa die nu ook wakker is.
‘Oorlog’, fluistert papa. ‘Dit is het grootste onweer dat we ooit zullen meemaken.’


Slide 15 - Slide

In welke tijd speelt dit verhaal zich af? Waaraan zie je dit?

Slide 16 - Open question

De tijd die voorbij gaat kan ook belangrijk zijn.
Een verhaal kan gaan over 1 dag van 7:00 uur 's morgens tot 23:00 uur 's avonds. De tijd die voorbij gaat is dan 16 uren. 
De schrijver  geeft aanwijzingen over de tijd die voorbij gaat.
 Hij vertelt bijvoorbeeld of het ochtend is, of avond. Of hoe laat het is. Of het een week later is, of hij noemt een maand of een leeftijd van een persoon. 

Slide 17 - Slide

Vertelde Tijd
chronologisch - op volgorde. 

niet chronologisch:
Je springt heen en weer in de tijd.


Bekijk dit filmpje en let op sfeer en tijd.

Slide 18 - Slide