XKA 3.5: Afweer M2 2022

Thema 3: de bloedsomloop
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3: de bloedsomloop

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Start
  • Filmpje Schooltv
  • Uitleg basisstof 5
  • Vragen LessonUp
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Hoe heet de verbinding tussen je nieren en je urineblaas?
A
nierschors
B
urinebuis
C
urineleider
D
zaadleider

Slide 3 - Quiz

Het afgeven van afvalstoffen noemen we:
A
Gaswisseling
B
Uitscheiding
C
Vertering
D
Voortplanting

Slide 4 - Quiz

Welke hartkamer stuurt het bloed de aorta in? Is het bloed in de aorta zuurstofrijk of zuurstofarm?
A
Linkerkamer ; zuurstofarm
B
Linkerkamer ; zuurstofrijk
C
Rechterkamer ; zuurstofarm
D
Rechterkamer ; zuurstofrijk

Slide 5 - Quiz

Basisstof 5: afweer

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Lichaamsvreemd
  • Lichaamsvreemde stoffen = stoffen die niet in je lichaam thuishoren

Slide 9 - Slide

Lichaamsvreemd
  •  Lichaamsvreemde stoffen = stoffen die niet in je lichaam thuishoren

Lichaam probeert ze tegen te houden:
  • Met de huid
  • Met de slijmvliezen in de luchtwegen
  • met zoutzuur in maagsap

Slide 10 - Slide

Infectie
  • Infectie = wanneer het de ziekteverwekkers lucht het lichaam binnen te komen. 
  • Het afweersysteem komt in actie
  • Ziekteverwekkers zijn bacteriën, virussen en sommige schimmels

Slide 11 - Slide

Witte bloedcel

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

 Antistoffen
  •  Antistoffen plakken vast aan de ziekteverwekkers.
  • Hierdoor kan de ziekteverwekker zijn werk niet meer doen.
  • Antistoffen worden via het bloed vervoert door het lichaam.

Slide 14 - Slide

Immuun
  • Bij de eerste besmetting duurt het even voordat er genoeg antistoffen gemaakt zijn.
  • Witte bloedcellen 'onthouden' hoe ze een antistof moeten maken.
  • Witte bloedcellen kunnen bij een tweede besmetting veel sneller antistoffen maken.

Slide 15 - Slide

Allergie
  • Allergie = overgevoeligheid voor bepaalde stoffen
  • Allergische reactie = je afweersysteem reageert op de stof
  • Kunt allergisch zijn voor noten, pinda's, dierenharen of make-up.

Slide 16 - Slide

Lichaamsvreemde stoffen
A
stoffen waarvoor je immuun bent
B
stoffen die niet in je lichaam thuishoren
C
stoffen waarvan je altijd doodziek wordt
D
stoffen die bij je lichaam horen

Slide 17 - Quiz

Een infectie is ...
A
Een ziekteverwekker
B
Een antigen
C
Een bacterie
D
Een bacterie die je lichaam is binnen gekomen

Slide 18 - Quiz

Ziekteverwekkerdringt het lichaam binnen
De antistof hecht zich aan de antigenen
De ziekteverwekker is met antistof bedekt en onschadelijk gemaakt
Bepaalde witte bloedcellen produceren antistof

Slide 19 - Drag question

Welke bloeddeeltjes maken antistoffen?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
De hersenen

Slide 20 - Quiz

Huiswerk
Basisstof 5: opdr. 1-8 (blz. 192-195)

Slide 21 - Slide