H6 Hofstelsel

1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is een synoniem (= ander woord) voor leenstelsel?

Slide 6 - Open question

Leenheer
Leenman
Leenman
Leenman
Achterleenman
Achterleenman
Achterleenman

Slide 7 - Drag question

Wat was een nadeel van het leenstelsel?
A
Leenmannen begonnen het gebied als familiebezit te zien.
B
De leenmannen leende de grond weer verder uit aan achterleenmannen.
C
Belasting innen werd steeds slechter gedaan.
D
Bisschoppen pakte vaak het land af voor de kerk.

Slide 8 - Quiz

Schrijf (kort) op hoe het leenstelsel werkte.

Slide 9 - Open question

Standenmaatschappij

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Agrarisch-urbane samenleving
Agrarische
samenleving
Kort afstand handel
Langeafstand handel
Grote steden
Onveilige wegen

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Laat met de icoontjes van zomergraan, wintergraan en braakliggend het drieslagstelsel zien 
      Jaar 1
      Jaar 2
      Jaar 3
🏝
πŸ„
β˜ƒοΈ
πŸ„
🏝
β˜ƒοΈ
β˜ƒοΈ
πŸ„
🏝

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide

Politiek 
Economisch 
Sociaal
Hoe plekken bestuurd worden
Hoe mensen met elkaar omgaan
Handel/ geld. Hoe spullen verplaatst worden

Slide 20 - Drag question

Leenstelsel
/
feodaal
stelsel
Domein-
stelsel
/
Hofstelsel
Horigen
Vroonhof
Economie/sociaal
Politiek 
Leenheer
Karel de Grote
Autarkisch
Leenman
Pacht
Trouw/macht

Slide 21 - Drag question

Wat is een synoniem voor het Hofstelsel?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat gebeurde er NIET in een klooster?
A
Er werden boeken gekopieerd
B
Er werden kinderen gedoopt
C
Er werd onderwijs gegeven
D
Er werd zieken verzorgd

Slide 28 - Quiz

Wie leefden er in het klooster?
A
Koningen
B
Edelen
C
Monniken
D
Boeren

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide