SAME brugklas - iets doen voor een ander

SAME brugklas 
Thema's 'iets doen voor een ander' en 'vrijwilligerswerk'
1 / 20
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

SAME brugklas 
Thema's 'iets doen voor een ander' en 'vrijwilligerswerk'

Slide 1 - Slide

In deze les ga je ... 
-nadenken over verschillende manieren waarop je iets kunt doen voor een ander.
- nadenken over jouw goede eigenschappen 
- leren wat vrijwilligerswerk is 
- leren over het belang van vrijwilligerswerk in onze samenleving.

Slide 2 - Slide

Wat weet je al?
Test het in de quiz!

Slide 3 - Slide

Op welke manieren help jij je klasgenoten of vrienden?

Slide 4 - Open question

Op welke manieren help jij familieleden?

Slide 5 - Open question

Klassikale bespreekvragen:
- Waarom voelt het vaak goed om iets voor een ander te doen?
- Vind jij het zelf lastig om om hulp te vragen?

Slide 6 - Slide

Je kunt ook iets voor een ander doen door iets voor een goed doel te doen. Welke goede doelen kennen jullie?

Slide 7 - Open question

Je wilt iets doen voor een goed doel. Welk thema zou jij kiezen?
A
gezondheid
B
welzijn en cultuur in NL
C
internationale hulp
D
natuur en milieu

Slide 8 - Quiz

Wat zou je allemaal kunnen doen voor een goed doel?

Slide 9 - Open question

De volgende vragen gaan over vrijwilligerswerk.


Vrijwilligerswerk is verplicht
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Je verdient geld met vrijwilligerswerk
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Hoeveel procent van de Nederlanders boven 15 jaar doet aan vrijwillgerswerk?
A
27%
B
49%
C
76%
D
63%

Slide 12 - Quiz

Waarom is het zo belangrijk dat er vrijwilligers zijn in een samenleving?

Slide 13 - Open question

Waar kun je vrijwilligerswerk doen?
In je omgeving kun je iets doen voor lokale organisaties of clubs. Voorbeelden?
Er zijn ook landelijke organisaties waar je voor een dag of bepaalde periode iets kunt doen voor een ander. Bijvoorbeeld NLdoet. 

Slide 14 - Slide

Om iets voor een ander te kunnen betekenen, moet je weten wat jouw interesses en goede eigenschappen zijn. 

1. Schrijf 5 interesses of hobby's op. Waar hou jij je graag mee bezig?
2. Schrijf minstens 3 goede eigenschappen van jezelf op. Waar ben jij goed in? Iemand helpen met schoolwerk? Klusjes doen?

Slide 15 - Slide

Werk in twee- of drietallen
Welke goede eigenschappen zien anderen in jou? Schrijf er minstens 3 op.
Let op: het gaat hier niet om dingen als uiterlijk of kleding, maar om karaktereigenschappen

Slide 16 - Slide

Bespreekvragen
- welke eigenschappen noemden klasgenoten over jou op?
- had je verwacht dat klasgenoten dit als jouw goede eigenschappen zouden zien?

Slide 17 - Slide

Terugkoppeling

Je hebt geleerd dat je iets kunt doen voor mensen die je kent of iets kunt betekenen voor jouw stad of dorp. Ook heb je nagedacht over jouw goede eigenschappen. 

Slide 18 - Slide

Aan de slag!

1. Bespreek in je twee of drietal waar de ander hulp bij zou kunnen gebruiken. Dit moet iets zijn dat in de komende week kan worden uitgevoerd.
2. Maak afspraken over hoe en wanneer je deze hulp gaat bieden. Iedereen vraagt minstens één klasgenoot om hulp en biedt aan minstens één klasgenoot hulp aan. 

Slide 19 - Slide

In de volgende les bespreken we kort: 

- Is het gelukt om hulp te bieden aan je klasgenoot? 
- Heb je zelf ook hulp ontvangen?

Slide 20 - Slide