rv= Kgem van de cornea – Kgem waarop de lens geschikt is
= 7,90 -7,60= +0,3
T’verschil= 2,4 x dm x r verschil = 2,4 x 0,35 x +0,3= + 0,2448 dpt
Er ontstaat er een overrefractie van 0,25 dpt. Per S 0,25 is er een visus daling van 0,1
De verwachte visus is 1,3-0,1= 1,2