poezie

Ik ben op doorreis 
naar volwassen
Zo goed als zeker
dat ik aankom
maar wat als ik mij
daar niet beval

Ik ben op doorreis – Erik van Os (2003) 
Ik zit mij voor het vensterglas
onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan kon ik samen spelen.

Godfried Bomans
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ik ben op doorreis 
naar volwassen
Zo goed als zeker
dat ik aankom
maar wat als ik mij
daar niet beval

Ik ben op doorreis – Erik van Os (2003) 
Ik zit mij voor het vensterglas
onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan kon ik samen spelen.

Godfried Bomans

Slide 1 - Slide

Welke van de twee gedichten spreekt je het meest aan?

Waarom?

Slide 2 - Slide

Mevrouw Julia doet de ramen open - Tjitske Jansen (2003)
Mevrouw Julia doet de ramen open 
en ze weet geen woord voor de lucht die haar wangen aanraakt
en de zon heeft de kleur van honing
 
en ze weet
vandaag gaat het gebeuren
en ze denkt
maar eerst blijf ik nog even staan.

Slide 3 - Slide

Je krijgt dit gedicht in losse woorden....
a. Knip alle woorden los en leg ze op tafel.
b. Schuif ze in een nieuwe volgorde tot er een nieuw gedicht ontstaat.
c. Je mag woorden aanpassen of toevoegen als de zin daardoor beter loopt of grammaticaal juist wordt.
d. Maak er een foto van en lever in via Lessonup.

Slide 4 - Slide

Deze lessenserie
- je leert verschillende soorten poëzie
- je leert verschillende stijlmiddelen in poëzie
- je leert verschillende soorten rijm in poëzie
- je leert over interpretatie van poëzie


Slide 5 - Slide

werkwijze
We werken met het boekje "poëzie". Je mag in het boekje schrijven
Groene termen zet je met betekenis in een lijst in je logboek.


Slide 6 - Slide

Maak samen (dus overleg) de vragen 1-11 op blz. 44-45

verwerkingsopdracht 2
Schrijf een conclusie van ongeveer 5 zinnen in je logboek over de essentie van deze opdrachten: wat leert het je over poëzie.

Slide 7 - Slide

Les 28 februari
- maken boektoets (10 minuten)
- overleggen logboek (10 min)
- poëzie: verschillende dichtvormen en rijm(schema's)

Slide 8 - Slide

Aan het eind van de lessen kan je de volgende vragen beantwoorden:
- wat is een strofe?
- wat is een Trijntje Fops?
- wat is een haiku?
- wat is een epigram/puntdicht?
- wat is een allusie?
- welke rijmschema's zijn er?



 zie volgende pagina voor meer lesdoelen

Slide 9 - Slide

- wat is een Italiaans sonnet en welke vormkenmerken heeft het?
- wat is een Shakespeare-sonnet en welke vormkenmerken heeft het?
- welke vormen van beeldspraak zijn er?
- welke vormen van rijm zijn er?

Slide 10 - Slide

Dit was de les van 13 maart
  • maak opdrachten 1-5 en 13-16 (blz. 48-52)
  • bestudeer de theorie zodat je de lesvragen kan beantwoorden
  • bepaal het rijmschema van tekst 2 en 3

aan het eind brengen aantal leerlingen verslag uit

Slide 11 - Slide

19 en 20 maart: lessen over beeldspraak in poëzie
  • Je maakt een begrippenlijst van de begrippen op blz. 51, 52, 53, 54.
  • Het geeft niet als je nog niet (precies) weet wat een begrip inhoudt: zorg dat het begrip wel in je lijst staat.
  • je maakt opdracht 17, 22 (behalve het metrum), 23, 24, 25.
  • op de volgende bladzijde wat hulpfilmpjes

Slide 12 - Slide

  • voor uitleg over beeldspraak klik hier
  • voor uitleg over rijm (assonantie, alliteratie, eindrijm)  klik hier

maak een foto van je begrippenlijst en de opdrachten en lever die in op de volgende blz. (bij meerdere foto's een collage maken)



Slide 13 - Slide

Foto van je begrippenlijst en je gemaakte opdrachten (bij meerdere foto's een collage maken)

Slide 14 - Open question