Begintaak (naar aanleiding van de toets):
- ἔπος congrueert met ἀληθές / ἀληθῆ / ἀληθής / ἀληθοῦς
- Wat is de aanvulling bij ἀγγέλλω?
- Vertaal: Τις τι οὐκ ἀληθὲς εἶπεν.
- πεισας
- Hoe vertaal je participia:
- praesens actief / medium: λυων / λυομενος
- aoristus actief / medium / passief λυσας / λυσαμενος/ λυθεις
- Welke betekenis kan het medium hebben?