H10 - §10.5 Krachten samenstellen en ontbinden

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Ga zitten volgens de plattegrond.

Pak je boek voor je en een pen.

Welkom in de les

Vandaag:

• herhaling 10.3 en 10.4
• leerdoelen §10.5
• uitleg §10.5
• Maken opgaven uit het boek 
• Gemengde opgaven

 

§10.5 Krachten samenstellen

en ontbinden

Herhaling §10.3

Katrollen en takels

• Vaste katrol
• Losse katrol
• Takel

Vaste katrol

• De spierkracht is even groot als de werkkracht op de last.
• De richting is van de spierkracht is tegengesteld.

Losse katrol

• Een losse katrol maakt ons sterker.
• De last wordt verdeeld over het aantal touwen waaraan de last hangt.
  
  

Takel

Vaste katrol met losse katrol: 

er is minder kracht nodig om de last op te tillen en je oefent de kracht in tegengestelde richting uit. 

Enkele hefbomen

Dubbele hefbomen

De arm

De 'arm' van de kracht is de afstand tussen de kracht en het draaipunt. 

De arm

'De arm van de kracht is de kortste afstand van het draaipunt tot de 'werklijn' van de kracht'

De arm

De arm is de (loodrechte) afstand tussen de werklijn van een kracht en het draaipunt van een hefboom.

Invloed van de cranklengte

Lange cranks (bijv. 175 mm) → Meer hefboomwerking, dus meer moment en kracht op de ketting, maar kan vermoeiender zijn.

Korte cranks (bijv. 165 mm) → Minder moment, maar kan efficiënter zijn voor een snelle trapfrequentie (cadans).

Herhaling §10.4

Momentenwet

Momentenwet

Momentenwet

5 gram

Momentenwet

6 gram

5 gram

§10.5 - Je leert

• uitleggen welke krachten er voorkomen in constructies;
• uitleggen hoe je van twee krachten die in verschillende richtingen werken de resultante kracht bepaal;
• uitleggen hoe je een kracht ontbindt in twee krachten, die werken in de richting van ondersteunende staven of kabels.

Krachten in constructies

Nettokracht

Nettokracht is hier:

180 N + 100 N = 280 N naar rechts

Nettokracht

Nettokracht is hier:

180 N - 100 N = 80 N naar rechts

Nettokracht: Twee krachten op één boot

• Waarheen vaart de boot?
• Wat wordt de nettokracht?
• Let op de werklijnen en de vectoren!

Nettokracht: Twee krachten op één boot

• Waarheen vaart de boot?
• Wat wordt de nettokracht?
• Let op de werklijnen en de vectoren!

Nettokracht: Twee krachten op één boot

• Waarheen vaart de boot?
• Wat wordt de nettokracht?
• Let op de werklijnen en de vectoren!

Nettokracht: Twee krachten op één boot

• Waarheen vaart de boot?
• Wat wordt de nettokracht?
• Let op de werklijnen en de vectoren!

Krachten samenstellen

Parallellogram methode

Krachten samenstellen

Parallellogram methode

-----------------------------

---------------------------------

-----------------------------

Krachten samenstellen

Gebruik voor het bepalen 

van de F_res een 

krachtenschaal.

1 cm ≙ ? N

Parallellogram methode

Aan het werk

Lees 

"Krachten samenstellen"

blz. 223

Maak opdracht

124 

blz. 227

Antwoorden opgave 124

Krachten ontbinden

Dit is eigenlijk het omgekeerde van nettokracht.

• Bij bepalen van de nettokracht weet je twee krachten die samenwerken.
  

• Bij krachten ontbinden weet je de nettokracht en wil je de twee samenwerkende krachten weten.
  

Krachten ontbinden

Krachten ontbinden

Teken de zwaartekracht en de 'normaalkracht'

Krachten ontbinden

Teken een parallellogram met de werklijnen.

Krachten ontbinden

Teken de krachten in de touwen.

Aan het werk

Lees 

"Krachten ontbinden"

blz. 224

Maak opdracht

134 

blz. 231

Antwoorden opgave 134

Aan de slag!

• Lezen §10.5 uit je boek (vanaf blz. 221)
  

• Maken 119, 121, 126, 127, 129, 131, 135, 137 (vanaf blz. 225)

Klaar?

Maak de gemengde opgaven 

(vanaf blz. 253)

§10.5 - Je kunt .......

• uitleggen welke krachten krachten er voorkomen in constructies;
  
• uitleggen hoe je van twee krachten die in verschillende richtingen werken de resultante kracht bepaal;
  
• uitleggen hoe je een kracht ontbindt in twee krachten, die werken in de richting van ondersteunende staven of kabels.

• Lezen §10.1 uit je boek (vanaf blz. 170)
• Maken 4, 11, 12a, 13, 15, 16, 25, 26, 28 (vanaf blz. 173)

• Lezen §10.2 uit je boek
• Maken 30 t/m 32 ,36, 37, 38, 44, 57, 58, 61 (vanaf blz. 185)

• Lezen §10.3 uit je boek (vanaf blz. 194)

• Maken 66, 68, 71,  76, 77, 80, 82, 88,  90 (vanaf blz. 198)
  
  
• Lezen §10.4 uit je boek (vanaf blz. 207)
• Maken 93, 96, 98, 103, 106, 110,  112, 114 (vanaf blz. 210)

• Lezen §10.5 uit je boek (vanaf blz. 221)
• Maken 119, 121, 126, 127, 129, 131, 135, 137 (vanaf blz. 225)

Overzicht van alle huiswerkopgaven