This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Bron 1564 Naar het buitenhuis
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Waar moet jouw buitenhuis aan voldoen?
Slide 3 - Open question
Waar staat jouw buitenhuis?
Slide 4 - Open question
Doel van de les:
Leesdoel: Je leert hoe kinderen vroeger in de jaren 1600 - 1800 leefden.
Lesdoel: We leren hoe wij een samenvatting maken van de les.
Slide 5 - Slide
De juf/ meester leest voor...........lees goed mee!
Slide 6 - Slide
Klaartje en Laurens zijn kinderen van......
A
nu
B
vroeger
Slide 7 - Quiz
Welk verschil is er tussen kinderen uit de tijd van Klaartje en nu?
Slide 8 - Open question
Waaraan zie je dat dit een tekening van vroeger is?
Slide 9 - Open question
Woorden
Zoek de woorden op in de tekst. Arceer ze. Weet je wat deze woorden in deze tekst betekenen? beddengoed, dek, doolhof, gewoonlijk, kandelaar, buitenhuis, sjokken, specerij, tabak,trekschuit
Slide 10 - Slide
Een trekschuit is een boot zonder zeilen die door een paard getrokken wordt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Specerijen zijn gedroogde delen van planten die extra smaak aan eten geven.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Een buitenhuis is een huis waar je niet in mag maar waar je buiten moet blijven.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Wat zie je op de foto?
Slide 14 - Open question
Welk woord past hierbij?
Slide 15 - Open question
Ook nu gaan mensen op vakantie in buitenhuisjes bijvoorbeeld in een bungalowpark. Hoe verschilt dat met het buitenhuis van Laurens en Klaartje?
Slide 16 - Open question
Stappenplan samenvatten.
Slide 17 - Slide
De juf/meester
Slide 18 - Slide
Wij
Slide 19 - Slide
Belangrijkste woorden
Slide 20 - Mind map
En nu samen met je leesmaatje
Laatste alinea op het werkblad.
timer
0:00
Slide 21 - Slide
Wie wil zijn samenvatting voorlezen?
Slide 22 - Slide
Hoe gingen rijke mensen als Laurens vader vroeger op vakantie?
A
Ze maakten boottochtjes met een trekschuit.
B
Ze woonden een deel van het jaar in hun landhuis.
C
Ze gingen naar Turkije.
Slide 23 - Quiz
Welke dure dingen nemen Laurens' ouders mee?
A
Meubels, beddengoed, thee, tabak.
B
Lampen, vloerbedekking, al hun paarden.
C
Telefoon, tablet en sieraden.
Slide 24 - Quiz
Wat voor tuinen zijn er in de mode in de tijd van Laurens?
A
Tuinen met struiken in allerlei vormen.
B
Tuinen vol wilde planten.
C
Tuinen met veel steen en weinig groen.
Slide 25 - Quiz
Waarom is Laurens' vader trots op zijn nieuwe tulpen?
A
Omdat tulpen toen nieuw en duur waren.
B
Omdat hij ze gratis gekregen heeft.
C
Omdat de tulpen voor het achtste jaar achter elkaar mooi bloeien.