Hoe kan blootstelling aan giftige stoffen het best worden beperkt?
A
Door de medewerkers te trainen in het werken met giftige stoffen.
B
Door altijd dezelfde persoon met de giftige stof te laten werken.
C
Door een andere, niet giftige stof te gebruiken.
Slide 5 - Quiz
Je hebt de opdracht om gascilinders veilig op te slaan. Wat moet je doen?
A
De cilinders in een gasdichte ruimte opslaan.
B
De cilinders met een ketting vastzetten aan de muur.
C
De cilinders op de werkplek opslaan.
Slide 6 - Quiz
Je moet een ruimte met een verwarmingsinstallatie slopen. Je ziet onder de verwarmingsinstallatie een vezelachtige witte plaat. Je vermoedt dat het om asbest gaat.Wat moet je doen?
A
Je leidinggevende en de opdrachtgever waarschuwen.
B
De plaat nat maken en voorzichtig in plastic verpakken en afvoeren.
C
Een stukje afbreken en laten testen in het laboratorium.
Slide 7 - Quiz
Je moet in een besloten ruimte werken. Metingen tonen aan dat de zuurstofconcentratie 18% is. Wat moet je doen om te kunnen gaan werken?
A
De ruimte mechanisch beluchten en opnieuw zuurstof meten.
B
Niets de zuurstofconcentratie is hoog genoeg.
C
Een filtermasker gebruiken.
Slide 8 - Quiz
Wanneer is een stof giftig?
A
Een stof is giftig als hij op chemische wijze wordt geproduceerd.
B
Een stof is giftig wanneer hij de normale werking van het menselijk lichaam verstoort.
C
Een stof is giftig als het werken met deze stof onmiddellijk de dood tot gevolg heeft.
Slide 9 - Quiz
Wat betekent dit plaatje?
A
Instabiele stoffen.
B
Ontvlambare stoffen.
C
Explosieve stoffen.
Slide 10 - Quiz
Wat is de betekenis van de grenswaarde TGG 8 uur?
A
24 uur per dag.
B
40 uur per week.
C
32 uur per week.
Slide 11 - Quiz
Wat is de betekenis van de H-waarde van een stof?
A
Het betekent dat de stof door de huid het lichaam kan binnendringen.
B
Hiermee geven we de hardheid van een stof weer.
C
Dit betekent dat u altijd hulp nodig heeft bij het gebruik van deze stof.
Slide 12 - Quiz
Wat is de oorzaak dat niet iedereen dezelfde gevolgen heeft van een vergiftiging?
A
Het gewicht van het slachtoffer.
B
De ervaring van het slachtoffer.
C
Het beroep van het slachtoffer.
Slide 13 - Quiz
Wat is het gevaar van een te hoog zuurstofgehalte in uw werkomgeving?
A
Brand en explosie.
B
Defect van de ademmaskers.
C
Verstikking.
Slide 14 - Quiz
Welke maatregelen moeten we nemen om te kunnen ventileren als we de blootstelling aan gevaarlijke stoffen willen voorkomen?
A
De mogelijkheid om ramen open te zetten in de werkplaats.
B
Een afzuiging direct boven de werkplek plaatsen in de werkplaats.
C
Een centraal geregeld ventilatiesysteem voor het gehele bedrijf.
Slide 15 - Quiz
Bij een zuurstofpercentage van minder dan 19% zuurstof mag er niet gewerkt worden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
De grenswaarde TGG 8 uur geeft aan wat de gemiddelde concentratie van een stof gedurende 8 uur mag zijn.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
De neus is een betrouwbare manier om gevaarlijk dampen en gassen te detecteren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Een carcinogene stof vergroot de kans op kanker.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Een mutagene stof kan overgevoeligheid (allergie) veroorzaken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Een stof is giftig als deze in een bepaalde hoeveelheid de normale werking van het menselijk lichaam verstoord.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Giftige stoffen kunnen alleen via de mond ons lichaam binnen komen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
H-zinnen op een etiket geven de risico’s aan van een stof.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Om besmetting met biologische stoffen tegen te gaan, kan gebruik gemaakt worden van een beschermingscrème.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
P-zinnen op een etiket beschrijven de te nemen preventiemaatregelen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quiz
Voor het weghalen van asbestpakkingen die zonder te breken verwijderd kunnen worden hoeft geen gecertificeerd bedrijf ingeschakeld te worden.