Hoofdstuk 2: Paragraaf 3 part 2

Paragraaf 2.3
9 februari 2021


"De opkomst van het Christendom"

KA: Het christendom in het Romeinse rijk, van verboden tot enig toegestane godsdienst
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 2.3
9 februari 2021


"De opkomst van het Christendom"

KA: Het christendom in het Romeinse rijk, van verboden tot enig toegestane godsdienst

Slide 1 - Slide

Leerdoelen deze les(sen)
  • Je kan aan het einde van de les de kern van het christendom uitleggen en kan minstens één van de belangrijkste punten die naar voren komen in de lessen opnoemen.

  • Je herkent aan het einde van de les de persoon Jezus van Nazareth en je kan minstens één bijzonderheid uit zijn levensloop noemen en beschrijven.

  • Je kan aan het einde van de les kort beredeneren waarom de Romeinse keizers voor een lange tijd al hun problemen afschoven op het christendom.

  • Je kan aan het einde van de les de oorzaak noemen van hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd.

Slide 2 - Slide

Wat ga je vandaag doen?
Wat: Je leert vandaag meer over het christendom (in het Romeinse Rijk)

Hoe: Door te luisteren, aantekeningen te maken (screens of schrift) en de vragen in de les te maken

Hulp: Ik, de docent (Vraag? Steek een handje op in teams!)

Tijd: tot 11:30

(Ideale) Uitkomst: Je hebt de leerdoelen van deze les behaald.

Slide 3 - Slide

Betaalden de joden veel belasting aan de Romeinen en waarom wel/niet?

Slide 4 - Mind map

Waarom waren joden uiteindelijk over heel het rijk te vinden?
A
Ze verhuisden vrijwillig
B
Ze waren uit Judea weggejaagd na velen opstanden
C
De overheid had een nieuw stuk land voor ze aangewezen
D
Door natuurrampen en klimaatverandering moesten zij verhuizen

Slide 5 - Quiz

Het is 30 n.C.
Een belangrijke jood trekt door Judea...

Slide 6 - Slide

Jezus van Nazareth
Hij was een joods prediker

Voerde wonderen uit en werd als "koning" gezien
--> Kon mensen genezen door aanraking
--> Water in wijn veranderen
--> mensen tot leven wekken

De romeinen merkten dit echter op...

Slide 7 - Slide

Kruisiging van Jezus
Kruisiging was een straf voor zware misdadigers

Hij sterft aan het kruis en word begraven in een tombe

Op een dag is zijn lijk verdwenen, hij is
"uit de dood opgestaan en naar de hemel gestegen"

Werd na zijn dood gezien als verlosser --> Christus


Slide 8 - Slide

Een nieuw geloof...
De volgelingen van Jezus blijven zijn ideeën verspreiden
--> het christendom ontstaat

Christendom draait om Jezus zijn lessen en heeft ook één god
Heilige boek: De bijbel



Slide 9 - Slide

Welke van deze wonderen heeft Jezus NIET uitgevoerd?
A
Hij kon mensen tot leven wekken
B
Hij veranderde water in wijn
C
Hij kon mensen genezen van ziektes door ze aan te raken
D
Hij kon de zee in tweeën splitsen

Slide 10 - Quiz

Het  vroege christendom
Na de dood van Jezus verspreiden zijn volgelingen het geloof

Het geloof verspreidde zich snel
--> Een goede christen gaat naar de hemel als die sterft
--> De hemel was een goed alternatief voor het leven als slaaf


Slide 11 - Slide

Wie zou sneller bekeren naar het christendom in het Romeinse Rijk?
A
B

Slide 12 - Quiz

Het rijk in verval
Tijdens de verspreiding van het christendom zijn er veel problemen
in het Romeinse rijk (Honger, burgeroorlogen, ziektes etc.)


Slide 13 - Slide

Het rijk in verval
1. Tijdens de verspreiding van het christendom zijn er veel problemen
in het Romeinse rijk (Honger, burgeroorlogen, ziektes etc.)

2. De romeinse keizers geloofden dat zij de bescherming van de
goden kwijtgeraakt waren




Slide 14 - Slide

Het rijk in verval
1. Tijdens de verspreiding van het christendom zijn er veel problemen
in het Romeinse rijk (Honger, burgeroorlogen, ziektes etc.)

2. De romeinse keizers geloofden dat zij de bescherming van de
goden kwijtgeraakt waren

3. De christenen krijgen hiervan de schuld. Het christendom wordt
verboden en christenen worden vervolgd.




Slide 15 - Slide

Past het begrip "verdraagzaamheid" bij de christenen in het Romeinse Rijk voor de tijd van Keizer Constantijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Het christendom wint
Ondanks de vervolgingen blijft het christendom verspreiden

Keizer Constantijn (306-337 n.C.) krijgt voor een veldslag
een visioen "van de christelijke god"

Hij stopt de vervolgingen op christenen en voert  in 313 n.C.
godsdienstvrijheid in in het Romeinse rijk. Het wordt dus legaal
(Recht om openlijk met een geloof bezig te zijn)

De christenen krijgen voorrechten en nemen alle belangrijke functies in

Slide 17 - Slide

Een nieuwe staatsgodsdienst
In 380 n.C. bekeert keizer Theodosius naar het christendom en maakt er
de nieuwe staatsgodsdienst van. Alle andere geloven worden
uiteindelijk verboden.

De christelijke "kerk" wordt gesticht en krijgt controle over kerkprovincies
Deze worden bestuurd door bischoppen

Het hoofd van de kerk is de bisschop van Rome, oftewel de Paus

De paus is vandaag (1700 jaar later) nog steeds de leider van de
Rooms-Katholieke kerk (Rooms afgeleid van Rome-Romeins)

Slide 18 - Slide

Noem de belangrijkste reden waarom het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd.
A
De paus wordt keizer en maakt het de staatsgodsdienst
B
De christenen pleegden een staatsgreep
C
De christenen hadden veel voorrechten en namen belangrijke functies over
D
Het christendom is in 308 n.C. nog het enige geloof in het Romeinse Rijk

Slide 19 - Quiz

HUISWERK (ook op magister)
Wat: Je maakt in het werkboek de opdrachten van 2.3 (blz 30-31).

Hoe: Door je boeken en aantekeningen erbij te pakken en de vragen te maken.

Hulp: Je kan Mr. Schuiling of Mr. Bouzambou een mail of berichtje via teams sturen bij vragen.

Tijd:  Tot de eerste les na de vakantie (2 maart).

Uitkomst: Je hebt de geleerde stof toegepast in opdrachten.

Klaar:  Geniet van je vrije tijd!!!

Slide 20 - Slide

Paragraaf 2.3
9 februari 2021


"De opkomst van het Christendom"

KA: Het christendom in het Romeinse rijk, van verboden tot enig toegestane godsdienst

Slide 21 - Slide