Kapitel 4 les 2
Kapitel 4 vwo 1
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
This lesson contains 14 slides, with text slides.
Items in this lesson
Kapitel 4 vwo 1
Slide 1 - Slide
Periode drei!!
Toets inl. weging
Luistertoets week 16 2XPO sprookjes week 23 1X
Leestoets + inleveren
werkboekje lezen week 23 3X
Pww drei week 25
& week 26 5X
Slide 2 - Slide
Was machen wir heute
1. Lesen
2. Huiswerk nabespreken
Ziel: Einleitung Kapitel 4, neue Wörter lernen und ihr könnt ein Gesprach über Füßball folgen.
Slide 3 - Slide
lezen
10 minuten in stilte lezen en werkboekje bij je leesboek maken
timer
10:00
Slide 4 - Slide
huiswerk nakijken
Los blad, doen we samen
Slide 5 - Slide
Aufgabe zwei
1 Ski fahren
2 reiten
3 das (Renn-/Formel 1-)Auto
4 Fußball spielen / das Tor / schießen
5 der Ball
6 laufen / rennen, joggen
7 rennen, joggen / laufen
8 Tennis spielen / der Schläger
9 der Turnbeutel
10 schwimmen
11 der Turnschuh
Slide 6 - Slide
Aufgabe drei
1 wehtun
2 verlieren, schießen, Fußball spielen
3 treffen, wehtun, Tennis spielen
4 laufen, rennen, verlieren, stehen
Slide 7 - Slide
Aufgabe sieben
A van links naar rechts:
5 - 7 - 3 - 4
2 - 1 - 8 - 6
B 1 kannst / darfst, 2 willst
3 dürfen, 4 muss / soll
5 darf, 6 können / dürfen / wollen
7 wisst, 8 müssen / sollen
Slide 8 - Slide
Aufgabe 8, Seite 119
We gaan dobbelen met Modalverben.
Luister naar de uitleg.
Je krijgt een uitwerkblad van de docent.
Slide 9 - Slide
Neue Grammatik
modalverben
De modale werkwoorden zijn onregelmatige werkwoorden. Toch zit er wel een systeem in.
Behalve sollen krijgen alle modale werkwoorden een klikerverandering bij het enkelvoud. Het meervoud kun je gewoon met de feesttentenregel vervoegen,
Slide 10 - Slide
Aussprache
eu wie oi Deutschland, Freundin
äu wie oi Geräumige Häuser
au wie ou oder auw blau,
auch,
genau
auch,
genau
ei wie ai ein kleines Ei
Slide 11 - Slide
Aussprache üben
Luister naar de zinnen en spreek ze na!
Aufgabe 9 Seite 120
Slide 12 - Slide
Wörterliste A üben
scrabble
Slide 13 - Slide
Hausaufgaben
Afmaken: opdracht 10 Plauderecke, luisteren (digitale omgeving) en vul de zinnen aan. Opdracht 11 bedenk nu je eigen antwoord op de vragen
Plauderecke leren volgende week stel ik vragen en geven jullie antwoord!
Leren: Plaudereck C en Wörterliste A en B (Running Dictee met prijzen)
