EWK BB oefenen hoofdstuk 4
De Nederlandse regering wil ervoor zorgen dat de economie verder groeit.
Geef 1 voorbeeld van economische groei
Geef 1 voorbeeld van economische groei
A
groei productie
B
groei diensten
C
groei bevolking
D
groei inflatie
1 / 15
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
De Nederlandse regering wil ervoor zorgen dat de economie verder groeit.
Geef 1 voorbeeld van economische groei
Geef 1 voorbeeld van economische groei
A
groei productie
B
groei diensten
C
groei bevolking
D
groei inflatie
Slide 1 - Quiz
Geef het tegenovergestelde begrip van werkgever
A
Deeltijdbaan
B
leidinggevende
C
werklozen
D
werknemer
Slide 2 - Quiz
Geef het tegenovergestelde begrip van deeltijdbaan
A
voltijdbaan
B
leidinggevende
C
uitvoerend werk
D
verborgen werkloosheid
Slide 3 - Quiz
Het nettoloon dat je ontvangt is lager dan het brutoloon. Noem twee inhoudingen
A
Inkomstenbelasting
B
Loonheffing
C
Sociale premies
D
Werkgeverslasten
Slide 4 - Quiz
Wat is een reden om te werken?
A
Carrière maken
B
Regelmaat in leven
C
Om nuttig te zijn
D
Sociale contacten
Slide 5 - Quiz
In Friesland is 8% van de beroepsbevolking werkloos. Dat zijn 12.500 personen. Bereken het aantal personen van de totale beroepsbevolking in Friesland.
A
1.000
B
13.500
C
100.000
D
156.250
Slide 6 - Quiz
Bij een tekort aan arbeidskrachten, heb je meer kans om een hoger loon te krijgen.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Als er veel vacatures zijn, is er veel werkgelegenheid.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Als er werkloosheid is, is er meer vraag naar arbeid dan aanbod van arbeid.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
De primaire sector is
A
Landbouw, visserij en mijnbouw
B
Industrie
C
Commerciële dienstverlening
D
Niet-commerciele dienstverlening
Slide 10 - Quiz
De Quartaire sector is
A
Landbouw, visserij en mijnbouw
B
Industrie
C
Commerciële dienstverlening
D
Niet-commerciele dienstverlening
Slide 11 - Quiz
Hoeveel mensen hadden een baan in de primaire sector?
A
197.000
B
1.384.000
C
4.649.000
D
2.710.000
Slide 12 - Quiz
Hoeveel mensen hadden een baan in de tertiaire sector?
A
4.649.000
B
2.710.000
C
7.359.000
D
8.940.000
Slide 13 - Quiz
Hoeveel mensen hadden een baan in de dienstverlenende sector?
A
4.649.000
B
2.710.000
C
7.359.000
D
8.940.000
Slide 14 - Quiz
Hoe noem je de werkloosheid die daalt doordat consumenten meer besteden?
A
conjuncturele werkloosheid
B
regionale werkloosheid
C
structurele werkloosheid
D
verborgen werkloosheid
