20250127 present perfect simple questions

 present perfect simple questions
Deze les 
- leer jij hoe je een vraag in de present perfect kunt maken
- oefen je met zinnen in de present perfect tense

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

 present perfect simple questions
Deze les 
- leer jij hoe je een vraag in de present perfect kunt maken
- oefen je met zinnen in de present perfect tense

Slide 1 - Slide

Wat wordt ook alweer bedoeld met de present perfect simple?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooid tegenwoordige tijd
D
toekomende tijd

Slide 2 - Quiz

Wat heb je nodig om een zin in de present perfect simple te maken?
A
have of had + voltooid deelwoord
B
have of has + voltooid deelwoord
C
ww + ed

Slide 3 - Quiz

Hoe ziet het voltooid deelwoord in het Engels er ook alweer uit?
A
ww + ed of 2e rijtje van onregelmatige ww
B
ww + ed of 3e rijtje van onregelmatige ww
C
have/has + hele werkwoord

Slide 4 - Quiz

Welke zin met de present perfect simple is correct?
A
She already finish her homework today.
B
She has already finish her homework today.
C
She has already finished her homework today.

Slide 5 - Quiz

Welke zin met de present perfect simple is correct?
A
I have always loved playing the guitar.

Slide 6 - Quiz

Welke zin met de present perfect simple is correct?
A
I have always love playing the guitar.
B
I have always loved playing the guitar.

Slide 7 - Quiz

Welke zin met de present perfect simple is correct?
A
We have not speak to her since Monday. She has recently started learning to play chess. We have not spoken to her since Monday.
B
We didn't speak to her since Monday.
C
We have not speaked to her since Monday.
D
We have not spoken to her since Monday.

Slide 8 - Quiz

Maak de zin in de present perfect simple met de volgende woorden:
he / just / clean / the / floor

Slide 9 - Open question

Maak de zin in de present perfect simple met de volgende woorden:
We / visit / Paris /three times

Slide 10 - Open question

Wanneer gebruik je de present perfect simple niet?
A
om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en het is nu afgerond.
B
om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en het resultaat is nog steeds zichtbaar.
C
om aan te geven dat iets is het verleden is gestart en de actie gaat nog steeds door.
D
om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd, maar het tijdstip is niet van belang.

Slide 11 - Quiz

present perfect simple
Have of has en ww+ed of 3e rijtje van onregelmatige werkwoorden. 

I have walked for 3 hours. 
She has just cooked dinner.

Slide 12 - Slide

Je gebruikt de present perfect simple ....
  • om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en het resultaat is nog steeds zichtbaar. 
  • om aan te geven dat iets is het verleden is gestart en de actie gaat nog steeds door. 
  • om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd, maar het tijdstip is niet van belang.

Slide 13 - Slide

vraag in de present perfect simple
vorm in vraagzinnen:
Has he/she/it + ww+ed of 3e rijtje
Have I/you/we/they + ww+ed of 3e rijtje

Has Tom ever been to England? 
Have you never heard of Shakespeare?

Slide 14 - Slide

vraag in de present perfect simple
Yes, she has.
No, she hasn't

Yes, I have.
No, they haven't.

Slide 15 - Slide

Welke vraagzin is correct?
A
Have Sarah finished her homework yet?
B
Has Sarah finished her homework yet?
C
Have Sarah finish her homework yet?
D
Has Sarah finish her homework yet?

Slide 16 - Quiz

Welke vraagzin is correct?
A
When haven't you called me back yet?
B
When hasn't you called me back yet?
C
Why hasn't you called me back yet?
D
Why haven’t you called me back yet?

Slide 17 - Quiz

Geef een kort yes/not antwoord op de volgende vraag:
Have you ever been to England?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Link

practice
do: exercises on p 9+10 in workbook 'present perfect simple' 

Slide 20 - Slide