Ordening van organismen in vier rijken (aan de hand van de 4 soorten cellen) - Plantenrijk > meestal groen - Dierenrijk > meestal goed voortbewegen - Schimmelrijk > paddenstoelen of pluizige draden - Bacterierijk > niet met het blote oog zichtbaar
Slide 6 - Slide
1.1 Organismen indelen
Wat? Maken 1.1 – Opdracht 1 t/m 9
Hoe? Blz. 8 t/m 12
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 7 - Slide
1.1 Organismen indelen
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt de groepen waarin organismen zijn ingedeeld noemen
Je kunt de naam van organismen opzoeken met een zoekkaart of determineertabel
Slide 8 - Slide
1.1 Organismen indelen
Hoe deel je het dierenrijk in? (8 groepen)
Eencellige dieren (bestaan uit één cel, leven in water, bijv. pantoffeldiertje)
Sponzen (skelet van naalden, leven in zee op de bodem, bijv. buisspons)
Holtedieren (geen skelet, tentakels, leven in zee, bijv. kwallen)
Stekelhuidigen (knobbels of stekels op huid, leven in zee, bijv. zeester)
Wormen (geen skelet, lichaam lang en dun, bijv. regenworm)
Weekdieren (zacht lichaam, vaak huisje of schelp, bijv. slak of mossel)
Geleedpotigen (exoskelet, lijf en poten bestaan uit meerdere delen, bijv. spin
Gewervelde dieren (inwendig skelet met wervelkolom, bijv. koe)
Slide 9 - Slide
1.1 Organismen indelen
Indelen gewervelden; 5 groepen
Vissen
Amfibieën
Reptielen
Vogels
Zoogdieren
Slide 10 - Slide
1.1 Organismen indelen
Hoe zoek je de naam van een organisme op?
Determineren > Opzoeken van een naam, indelen van organisme - Bestudeer de kenmerken > iets waaraan je een organisme herkent - Bijv. vorm lichaam, soort huid, aantal poten, etc. - Gebruik een zoekkaart of een determineertabel - Flora voor planten - Blz. 16 / bron 7 & 8
Slide 11 - Slide
1.1 Organismen indelen
Wat? Maken 1.1 – Opdracht 10 t/m 16
Hoe? Blz. 13 t/m 18
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)