Dag, nacht en seizoenen

Dag, nacht en seizoenen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

Je kunt het niet gemist hebben: de donker, druilerige herfst is begonnen. Als je wekker gaat, is het nog donker. En 's avonds buitenspelen zit er niet in: je ziet geen hand voor ogen. Waarom is het overdag licht en 's nachts donker? En waarom zitten we in de herfst en winter zoveel lánger in de duisternis? Vier vragen en antwoorden.

Items in this lesson

Dag, nacht en seizoenen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

.
Dit weet ik al!
denken-delen-uitwisselen
1. Draai aan het rad. 
2. Overleg in tweetallen. 
3. Bespreek jullie antwoorden klassikaal. 

Gelukt? Draai opnieuw aan het rad!
timer
1:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wereldoriëntatie
  • Na deze les weet ik hoe de seizoenen ontstaan.
Dit ga je leren
Woordenschat
  • Na deze les begrijp ik de woorden die met de dag, nacht en de seizoenen te maken hebben. 
Taal
  • Na deze les kan ik de informatie uit de tekst en het filmpje in eigen woorden samenvatten. Ik bereid in tweetallen een presentatie voor waarin ik mijn klasgenoten uitleg hoe de seizoenen ontstaan.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Eigen leervragen
Wat wil jij graag weten over dag, nacht en seizoenen? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verdiepende tekst

Lees samen de tekst hiernaast. 

Arceer de woorden die je nog niet kent. Arceer in ieder geval:

  • druilerige
  • het Noordelijk en het Zuidelijk halfrond
  • extreem
  • de zonsverduistering,
  • geen hand voor ogen zien
  • de duisternis.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
druilerige
Miezerig / regenachtig.
De herfst begint dit jaar met druilerig weer!
geen hand voor ogen zien
(Bijna) niks kunnen zien.
Het was pikkedonker; ik zag geen hand voor ogen!
de duisternis
Als je weinig kunt zien / het donker.
In de herfst zitten we langer in de duisternis dan in de zomer.
het Noordelijk halfrond
Het deel van de aarde dat ligt tussen de evenaar en de Noordpool.
Op het Noordelijk halfrond gaat de zon in de zomer nooit onder.
extreem
Tot het uiterste / uitzonderlijk.
Afgelopen winter was het extreem weer.
de zonsverduistering
Het verdwijnen van de zon of een deel ervan achter de maan.
Heb jij wel eens een zonsverduistering gezien?

Slide 6 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
Ken jij deze uitdrukkingen al?
Loop naar de maan
Vergeet het maar.
Loop naar de maan, dat ga ik echt niet doen!
Hemel en aarde bewegen
Er alles aan doen om iets gedaan te krijgen.
Hij bewoog hemel en aarde om toch zijn zin te krijgen.

Slide 7 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Verwerkingsopdracht
Uitleg
Bekijk het filmpje op de volgende slide. Probeer het filmpje zo goed mogelijk te begrijpen. Het maken van aantekeningen kan je hierbij helpen. Na het bekijken van het filmpje bereid je in tweetallen een presentatie voor waarin jullie uitleggen hoe de seizoenen ontstaan.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 9 - Video

This item has no instructions

.
Waarom kan het voorkomen dat het donker is in Nederland, maar op een andere plek op aarde licht?
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak van Scoop WAAR of NIET WAAR?
Sleep het vinkje of het kruisje!
Op de kortste dag van het jaar hebben we minder dan acht uur daglicht.

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

.
Leg in je eigen woorden uit waarom het in de winter minder lang licht is.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!

Slide 12 - Open question

Antwoord: Eigen antwoord leerling. Bijvoorbeeld: De aarde draait niet alleen om zijn eigen as, maar hij reist ook nog
langzaam rond de zon. In een jaar
legt hij zo’n heel rondje af. Maar
hij staat een tikkeltje scheef ten
opzichte van die zon. Daarom
staat het Noordelijk Halfrond in de
winter een stukje verder van de
zon afgekeerd. Nederland ligt daar
ook. En dus is het bij ons in de
winter korter licht. In de zomer is
het juist andersom.
Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak van Scoop WAAR of NIET WAAR?
Sleep het vinkje of het kruisje!
De maan geeft net als de zon licht!

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions


Hoe kan het dat het soms lijkt alsof de maan wél licht geeft?
Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
A
De maan weerkaatst het zonlicht van de zon.
B
Op de maan staan lichtgevende plantjes.
C
De maan wordt verlicht door duizenden sterren.
D
Dat komt door de kleur van de maan.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Welke uitspraken zijn WAAR?
Slepen maar!
De aarde reist langzaam rond de zon.
De maan staat stil.
Onze planeet draait om zijn eigen as.
Als het stukje aarde waar Nederland ligt recht voor de zon staat is het hier donker.
In de winter is het langer licht.
Op de Noordpool is het soms de hele dag donker.

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

.
Hoe heet het als de maan ervoor zorgt dat het héél even donkerder is op aarde?
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!

Slide 16 - Open question

Antwoord: Een zonsverduistering.
Bespreek de vraag met je schoudermaatje!
Tijd om een presentatie te maken over de seizoenen! Bereid in tweetallen een korte presentatie voor waarin jullie aan anderen uitleggen hoe de seizoenen ontstaan. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Aan de slag!
Bereid in tweetallen een korte presentatie voor waarin jullie uitleggen hoe de seizoenen ontstaan.

Stap 1:
Ga opzoek naar informatie die je nodig hebt voor je presentatie. Gebruik hiervoor de tekst en de video's uit deze les of speur op het internet.

Stap 2:
Schrijf op een blaadje wat je precies wilt zeggen tijdens je presentatie.

Stap 3:
Oefen de presentatie!


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Aan de slag!
We vertellen allebei informatie over het ontstaan van de seizoenen.

We gebruiken waar nodig hulpmiddelen zoals een wereldbol of een spiekbriefje. 

We praten expressief en op een persoonlijke manier.

Onze presentatie duurt niet langer dan 1 minuut.
Bereid in tweetallen een korte presentatie voor waarin jullie uitleggen hoe de seizoenen ontstaan. Is de presentatie af? Let bij het presenteren dan op de volgende punten!
Checklist!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Presenteren maar!
Leg je klasgenoten uit hoe de seizoenen ontstaan. Draai aan het rad en je ziet welk groepje gaat presenteren! Niet iedereen komt aan de beurt. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Wereldoriëntatie
  • Weet jij nu hoe de seizoenen ontstaan?
Terugkoppeling lesdoelen
Woordenschat
  • Begrijp jij de moeilijke woorden uit de tekst?
Taal
  • Heb jij het filmpje goed begrepen? 
  • Hielp het maken van aantekeningen jou om het filmpje goed te begrijpen?
  • Hoe tevreden ben jij over de voorbereiding van jullie presentatie?
Heb jij de lesdoelen behaald, vind je?

Slide 22 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Terugkoppeling eigen leervragen
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions